Home » Actueel » Samenwerking privacy sociaal domein: niet óver maar mét de klant

Samenwerking privacy sociaal domein: niet óver maar mét de klant

De discussies en vraagstukken rondom privacy in het sociaal domein zijn aan de orde van de dag. Integraal werken, ketensamenwerking en sociale wijkteams zijn veelgehoorde termen. Hoe passen deze ontwikkelingen en initiatieven binnen de kaders van privacy?

Uitgangspunt: klant, professional of samenwerking?

U kunt bij de inrichting van het sociaal domein verschillende uitgangspunten nemen. Wat ik het meest tegenkom in de praktijk is dat men de samenwerking tussen de professionals als uitgangspunt neemt. Vanuit dat uitgangspunt gaat men inrichten. Het lijkt een doel op zich en een logische keuze vanuit de decentralisatie en transformatieopdracht. Maar is dat wel zo?

Het integraal en niet meer langs elkaar heen werken is belangrijk. Het doel moet echter niet altijd integraal werken zijn, waarbij op voorhand dossiers geraadpleegd worden uit andere domeinen. Sterker nog: dat is juridisch niet mogelijk. De Wmo, Jeugdwet en Participatiewet stellen dat cliëntgegevens (gebruikt voor een ander doel, lees: wet) niet zonder de uitdrukkelijke toestemming van die cliënt geraadpleegd mogen worden. Uitgangspunt moet de klant zijn en niet de samenwerking tussen professionals. Het doel is dat de klant de juiste ondersteuning krijgt, passend bij zijn situatie. Indien er al andere professionals ondersteuning bieden aan de cliënt is het van belang de zorg op elkaar af te stemmen. Pas dan komt de samenwerking tussen professionals om de hoek kijken.

Waar gaat het mis?

Bij een enkelvoudige ondersteuningsvraag is het proces eenvoudig. Bij meervoudige ondersteuningsvragen (domein-overstijgend) weten de diverse professionals elkaar steeds beter te vinden door met elkaar af te stemmen. Echter, dat doen zij vaak zonder de klant er direct bij te betrekken. Er wordt over de klant gesproken in plaats van met de klant. Er wordt voor de klant besloten in plaats van dat de klant mee kan denken en inspraak kan hebben over hoe de dienstverlening de ondersteuningsvraag kan beantwoorden. En precies op dat punt gaat het mis. Doel van de dienstverlening is om de klant in zijn kracht te zetten. Dat kan alleen als u in gesprek blijft met de klant. Bepaal samen met de klant de oplossingsrichtingen, neem hem mee in het proces. Alleen dan bereikt u wat u wilt bereiken: een maatwerkoplossing waar de klant achter staat en waar hij vertrouwen in heeft.

Inrichten dienstverlening vanuit klantperspectief

Als u de dienstverlening vanuit klantperspectief gaat inrichten hoeft de privacywetgeving geen belemmering te zijn. U staat als professional naast de klant en kijkt samen naar de stip op de horizon en hoe u deze kunt bereiken. U kijkt samen wat (welke informatie) daarvoor nodig is en -indien van toepassing- hoe (welke) andere professionals daar het beste een rol in kunnen vervullen. Daardoor is het in 95% van alle ondersteuningsvragen niet noodzakelijk om buiten de klant om stappen te ondernemen. Door deze manier van werken komt er vertrouwen bij de klant; hij heeft de regie over zijn ondersteuningsvraag. De klant weet met wie en waarom de professional overleggen voert, kan daar vaak ook zelf bij aanwezig zijn en weet zo wat er gebeurt met vertrouwelijke informatie.

Informatie verstrekken zonder toestemming

Natuurlijk zijn er situaties waarin het noodzakelijk kan zijn om informatie te delen met derden, zonder dat de klant daar kennis van heeft of toestemming voor heeft gegeven. De term die hiervoor gehanteerd wordt, is ‘conflict van plichten’. Op momenten dat de veiligheid van de klant of zijn omgeving gevaar loopt, is het van belang een zorgvuldige en bewuste afweging te maken. De vijf vragen om tot een zorgvuldig besluit te komen uit het boek ‘De Kleine Gids Privacy en beroepsgeheim in sociale domein 2015’ van mr. Lydia Janssen zijn hierbij een goed hulpmiddel. Deze vijf vragen zijn:

  1. Welk zwaarwegend (vitaal) belang van de cliënt of van een ander wil ik behartigen door de gegevens te vertrekken?
  2. Kan dit belang ook worden behartigd zonder dat ik gegevens verstrek?
  3. Is het, gelet op de veiligheid va alle betrokkenen, echt niet mogelijk en verantwoord om in gesprek te gaan en om toestemming te vragen en zo ja: heb ik me voldoende ingespannen om deze toestemming te krijgen?
  4. Weegt de veiligheid van de cliënt of een ander, of de noodzaak om hem anderszins te beschermen, op tegen het belang dat de cliënt heeft bij de geheimhouding?
  5. Als ik besluit te spreken: welke informatie heeft de andere beroepskracht dan nodig om de situatie van de cliënt of een ander daadwerkelijk te verbeteren?

Belangrijk hierbij is dat u ook altijd de casus overlegt met een collega en zorg draagt voor dossiervorming van bovenstaande zorgvuldige afweging. Noteer daar ook bij welke informatie u uiteindelijk heeft verstrekt, voor welk doel en aan welke professional(s). En, informeer zodra het mogelijk is ook de cliënt dat u informatie heeft verstrekt zonder zijn toestemming, om welke informatie het gaat, met welk doel u dit gedaan en naar wie de informatie is verstuurd.

Meer weten?

Vanuit mijn ervaring als adviseur in het Sociaal Domein en privacy zal ik (en mijn collega’s) u de komende tijd meenemen in vraagstukken die we tegen komen in de praktijk en onze visie daarop.

Wilt u meer weten over uitvoering van privacy in het sociaal domein, neem dan contact op met Femke de Vos via telefoonnummer 06 52 58 57 08 of via e-mail: f.d.vos@telengy.nl.