Afgelopen dinsdag (18 november ‘25) volgde ik het webinar ‘Digitaliseringsopgaven voor gemeenten’, georganiseerd door de VNG. In dit webinar werd de samenhang tussen de eerste drie collectiviseringsvoorstellen (AI, Cloud, Digitale veiligheid) van de VNG, de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) en andere digitaliseringsagenda’s, toegelicht. Als je nog twijfelde dan weet je het na het kijken van dit webinar wel zeker, de Nederlandse gemeenten zetten voor digitalisering vol in op Samen!
En dat is een logisch gevolg als je kijkt naar de interne en externe ontwikkelingen waar lokale overheden mee te maken hebben. We eisen steeds hogere kwaliteit van onder andere de digitale dienstverlening, veiligheid, bedrijfsvoering en transparantie. En tegelijkertijd nemen andere bekende knelpunten ook eerder toe dan af. Waaronder: schaarste van kennis en kunde, (nieuwe) decentralisaties, wet- en regelgeving, complexiteit en kosten van digitalisering.
Spanning tussen onderlinge afhankelijkheid en actor-autonomie
Toch is meer samenwerking niet vanzelfsprekend een oplossing. Tijdens mijn studie bestuur- en organisatiewetenschappen aan de VU onderzocht ik hoe lokale governance-netwerken omgaan met een spanning tussen onderlinge afhankelijkheid en actor-autonomie. Wanneer deze spanning niet goed in balans is, is samenwerking geen oplossing maar een extra probleem. Een risico dat ook kan optreden in gemeentelijke samenwerking op digitalisering. Al een aantal jaar zie ik de gevolgen hiervan in verschillende samenwerkingsverbanden waarvoor ik werkzaam ben geweest. De samenwerking werkt dan vertragend en beperkend. Men neemt besluiten voor elkaar in plaats van met elkaar. De eerder genoemde knelpunten worden bij de samenwerkingsorganisatie gelegd en zij moeten het maar “voor ons oplossen”. Je gaat niet sneller en komt ook niet verder.
Hoe zorg je voor balans en maak je van samenwerking een oplossing?
Gemeenten kiezen voor samenwerking omdat ze elkaar nodig hebben. Individueel kunnen gemeenten de digitaliseringsopgaven vaak niet realiseren. Dit creëert onderlinge afhankelijkheid.
Tegelijkertijd wil elke gemeente haar eigen autonomie behouden. Autonomie betekent zeggenschap over bijvoorbeeld prioriteiten, budgetten en beleidskeuzes. Gemeenten hebben verschillende politieke ambities, financiële mogelijkheden en organisatieculturen. Die diversiteit maakt samenwerking complex. Dit spanningsveld is echter niet een probleem op zich, maar een gegeven waar je goed mee om moet gaan.
Lessen uit governance-netwerken
Mijn onderzoek naar de huisvesting, begeleiding en integratie van statushouders in Amsterdam liet zien dat samenwerking in netwerken vaak twee gezichten heeft. Enerzijds kan onderlinge afhankelijkheid leiden tot hechte samenwerking, waarin informatie gedeeld wordt en partijen van elkaar leren. Anderzijds kan het vasthouden aan autonomie leiden tot conflicten en vertraging.
De sleutel ligt in (h)erkenning van complexiteit. Wanneer gemeenten digitalisering zien als een complex vraagstuk kan er bereidheid ontstaan om autonomie deels los te laten. In het onderzochte netwerk werkte dit goed tussen woningcorporaties en Stichting VluchtelingenWerk (SVW). Zij lieten autonomie deels los en accepteerden elkaars rol, communiceerden frequent en verantwoordden keuzes transparant. Het resultaat was een soepel proces van huisvesting en begeleiding.
Waar het misging, was bij actoren die samenwerking zagen als een noodzaak, niet als een kans. De gemeente hield sterk vast aan eigen procedures en kortetermijnoplossingen. Afhankelijkheid en complexiteit werden niet volledig erkent en de rol en taak van woningcorporaties en SWZ niet altijd geaccepteerd. Dit leidde tot moeizame onderhandelingen, vertraging en slechte relaties. Het netwerk werkte daardoor minder effectief samen op huisvesting en integratie.
Samenwerking is geen kwestie van structuur alleen, maar van cultuur. Het vraagt om een balans tussen autonomie en afhankelijkheid, waarin actoren bereid zijn hun eigen belang soms ondergeschikt te maken aan het gezamenlijke doel. Governance-netwerken laten zien dat dit kan. Waarbij de sleutel ligt in:
- een samenwerking die tot stand komt uit een onderlinge afhankelijkheid;
- het (h)erkennen van de complexiteit van digitalisering voor gemeenten;
- de rol en taak van andere actoren accepteren;
- elkaars autonomie respecteren.
Geef toe dat digitalisering voor gemeenten een complex vraagstuk is. Dat we van elkaar afhankelijk zijn geworden om succesvol te kunnen zijn. Autonomie hoeft niet te verdwijnen, maar moet uitlegbaar zijn. Creëer transparantie en verantwoording. Gemeenten die andere keuzes maken moeten die verantwoorden binnen het netwerk. Dit vergroot begrip en voorkomt wantrouwen. Zo kan er een hechte samenwerking ontstaan waarin goede communicatie, het delen van informatie en van elkaar leren in het voordeel is van alle betrokken organisaties.
De uitdaging voor gemeenten is dus niet óf ze samenwerken, maar HOE. Wie serieus met die vraag aan de slag gaat, legt de basis voor een robuuste samenwerking aan de digitale overheid.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Thomas de Jong via de contactpagina.