Home » Actueel » Beschermd Wonen naar alle gemeenten: veel te doen

Beschermd Wonen naar alle gemeenten: veel te doen

Sinds 2015 zijn gemeenten op grond van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor Beschermd Wonen (BW) voor mensen met psychiatrische problemen of licht verstandelijke beperkingen. De uitvoering van BW wordt, namens alle gemeenten, uitgevoerd door 43 centrumgemeenten. De landelijke overheid stuurt steeds meer op inclusie en extramuralisering. Dat betekent dat iedereen zoveel mogelijk mee moet kunnen doen in de maatschappij; ook mensen met een beperking die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen. Gemeenten zijn aan zet om dit te realiseren. De overgang van centrumgemeenten naar alle gemeenten is uitgesteld van 2021 naar 2022.  Jos van Dijk, senior adviseur bij Telengy, begeleidt een tweetal gemeenten bij deze overgang.

Beschermd Wonen en de Wet langdurige zorg

In 2015 verscheen het rapport van de commissie Dannenberg: ‘Van beschermd wonen naar beschermd thuis’. De huidige populatie BW is op dit moment 30.000 mensen die wonen in een beschermde woonomgeving en daar ook begeleiding ontvangen. De doelstelling van het Rijk is dat op termijn de helft, 15.000 mensen, begeleid gaan wonen in een ‘gewone’ woning met begeleiding, extramuraal dus. De verwachting is dat met deze transformatie tenminste 10 jaar gemoeid zal zijn.

Gelijktijdig met de overgang van BW naar alle gemeenten wordt de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor mensen die hun leven lang intensieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nodig hebben. Ongeveer een derde van de huidige populatie BW zal naar verwachting instromen in de Wlz. Dat betreft klanten die naar verwachting levenslang aangewezen zullen zijn op een vorm van beschermd wonen. De exacte aantallen kunnen per gemeente verschillen. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze beoordelingen verzorgen.

Zorgcontinuïteit is vooral voor deze groep klanten belangrijk. Door het Zorgkantoor actief te betrekken bij deze overgang, bijvoorbeeld bij het opstellen van de inkoopstrategie en de inkoop kan een deel van deze kwetsbare doelgroep mogelijk bij dezelfde zorgaanbieder blijven.

Inkoop

Gemeenten zullen ervoor moeten zorgen dat er op 1 januari 2022 nieuwe contracten liggen. In de regionale plannen van aanpak die bij het Ministerie zijn aangeleverd, zijn daar vaak al afspraken over gemaakt. Die plannen blijken echter nogal globaal te zijn. Vaak zien we dat de bestaande relatie met de huidige centrumgemeente in stand blijft. Inmiddels is duidelijk geworden dat de relatie met de centrumgemeenten vanaf 2022 nog 10 jaar in stand dient te blijven omdat de overgang naar alle gemeenten geleidelijk dient plaats te vinden binnen een tijdsbestek van 10 jaar. Maatschappelijke Opvang (MO) blijft, in tegenstelling tot eerdere plannen, in ieder geval nog 4 jaar bij de centrumgemeenten. Deze gemeenten hebben immers al veel expertise opgebouwd en veel voorzieningen bevinden zich in die gemeenten. In deze vier jaar wordt duidelijk of MO een taak van alle gemeenten gaat worden.

Voor een inkooptraject of aanbesteding is al gauw een jaar of meer nodig. Dat betekent dat er vanaf 2020 al nagedacht moet worden over de inkoopstrategie. Onderdeel daarvan is de duur van de contracten. Een succesvolle transformatie is eigenlijk alleen mogelijk als aanbieders betrokken worden bij de inkoop. De duur van de contracten, continuïteit van zorg en een niet te abrupte afbouw van intramurale zorg zijn onderdelen die aandacht moeten krijgen. Dat samenspel tussen gemeenten, Zorgkantoor en aanbieders is belangrijk om te voorkomen dat mensen tussen de wal en het schip vallen, of dat aanbieders in liquiditeitsproblemen komen en de continuïteit van zorg in de knel komt.

Voor gemeenten die begeleiding gaan inkopen geldt dat ze zich moeten realiseren dat de inkoop van begeleiding zal moeten aansluiten bij de inkoop van beschermd wonen producten. Het lijkt slim om een inkoopstrategie beschermd wonen/begeleiding op te stellen om te zorgen voor een toereikend en sluitend zorgaanbod.

Financiën

Naast de genoemde geleidelijke overgang van klanten gedurende een periode van 10 jaar zal een geleidelijke financiële overgang gaan gelden die ook 10 jaar in beslag gaat nemen. Daarnaast zal de vergoedingssystematiek in die 10 jaar gaan veranderen: van historische uitgaven stapsgewijs in 10 jaar toegroeien naar een objectief verdeelmodel. Er zal naar verwachting ook één budget komen voor zowel beschermd wonen als begeleiding. Deze beide kostensoorten werken als communicerende vaten: afschalen van beschermd wonen zorg leidt tot opschalen van begeleidingskosten.

Toegang

De toegang tot BW wordt in veel gevallen verzorgd door de centrumgemeente. De vraag is hoe gemeenten dit vanaf 2022 gaan organiseren. Bij de lokale toegangen zal kennis over BW opgebouwd moeten worden, zeker als de keuze wordt gemaakt om de complexe zorg regionaal te organiseren en de lichtere zorg lokaal in te zetten. Want waar leg je de knip tussen complexe zorg en lichtere zorg en hoe reken je de kosten toe?

Daarbij zal ook de vraag naar geschikte huisvesting aan de orde komen. Door regionaal samen te werken, kan de zorg zo efficiënt mogelijk worden ingezet en kan dure, intramurale zorg eerder worden afgeschaald als bijvoorbeeld geschikte woonruimte bij een omliggende gemeente beschikbaar is. Eén van de huidige knelpunten bij BW is het gebrek aan geschikte woonruimte waardoor er onvoldoende doorstroming is en dure zorg onnodig lang doorloopt. Nu al dient de verbinding gezocht te worden met het ruimtelijk domein om te anticiperen om de toekomstige huisvestingsbehoefte.

Preventie en nazorg

Dé uitdaging is om te voorkomen dat mensen op straat komen te staan. Voorkomen van huisuitzettingen, een integrale aanpak bij problemen en goed functionerende wijkteams zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat mensen in een beschermde woonvorm terecht komen.  Samenwerken met de veiligheidsketen zorgt ervoor dat ook vanuit dat aspect wordt gekeken naar de beste oplossing voor de burger. Ook nieuwe vormen van opvang, zoals pauzeplekken om even op adem te komen, kunnen daaraan bijdragen. Daarbij is nazorg van belang. Hiermee wordt voorkomen dat mensen die zijn uitgestroomd uit BW terugvallen op zorg. Tot slot is er een goede verbinding nodig met de ‘sluitende aanpak verwarde personen’ en de nog nieuwe Wet op de verplichte GGZ die per 1 januari 2020 inwerking treedt .

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jos van Dijk, adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 27 03 57 76 of via e-mail: j.v.dijk@telengy.nl.