Home » Actueel » Transformatie sociaal domein: houd de ‘geest uit de fles’

Transformatie sociaal domein: houd de ‘geest uit de fles’

Een van de belangrijkste transformatiedoelstellingen binnen het sociaal domein is om de klantbenadering niet meer vanuit rechtmatigheid maar vanuit doelmatigheid in te steken. De rechtmatige benadering leidde aantoonbaar tot een toename van het aantal aanvragen en een toename van de zwaarte per aanvraag voor een voorziening. In de praktijk maakte Telengy-adviseur Ruud Groot mee dat hulpvragers die geen wezenlijke belemmering in hun zelfredzaamheid ervaarden, toch op basis van hun verzekerd recht een aanvraag deden voor een voorziening. Hij maakte in sommige gevallen tevens mee dat aanbieders inspeelden op dit verzekerd recht door nieuwe klanten te werven vanuit de gedachte dat zij recht hadden op hun zorgaanbod. Zo ontstond de situatie ‘aanbod creëert vraag’, waarbij de zorg soms het doel op zichzelf bleek te zijn. Deze situatie bleek financieel onhoudbaar. De focus moest van rechtmatig naar doelmatig.

Maatwerk

De switch van een rechtmatige naar een doelmatige benadering kan alleen door het doel van de hulp centraal te stellen: het verschil tussen de gewenste situatie en de situatie in het hier en nu. In het klantgesprek is het de bedoeling om:

1. dit verschil in kaart te brengen;

2. te achterhalen welk gedeelte van dit verschil niet zelf kan worden overbrugd;

3. waarom dit gedeelte van dit verschil niet zelf kan worden overbrugd;

4. wat het netwerk kan betekenen om dit te overbruggen;

5. wat het voorliggende veld kan aanvullen om dit te overbruggen;

6. wat een maatwerkvoorziening kan oplossen om dit te overbruggen.

De kracht van de Wmo en Jeugdwet is dat gemeenten beter maatwerk kunnen bieden dan in het klassieke stelsel zoals we dat kenden van voor 2015. Gemeenten staan dichter bij de klant en hebben wettelijk meer beleidsvrije ruimte om per individu het doel van de hulp centraal te stellen. Er is dus geen sprake van een vastgesteld, landelijk kader dat voor iedereen voorschrijft welke hulpvorm, in welke omvang, op basis van welke beperking, van toepassing zou moeten zijn. Gemeenten moeten zorgen voor een oplossing, die buiten de conventionele oplossingen kan en mag liggen.

Gemeenten worden beperkt in hun zelfredzaamheid

In de aanloop naar 2015 is een aantal gemeenten daadwerkelijk aan de slag gegaan met de transformatiedoelstellingen. Zij hebben ingespeeld op de kansen die er liggen in de samenwerking tussen gemeenten, aanbieders, ketenpartners en burgers. Het doel van de hulp moest centraal staan in het ondersteuningsplan, in plaats van het verzekerd recht op vooraf vastgestelde producten.

Deze gemeenten hebben visie en durf getoond. Ze hebben als pionier van de nieuwe doelmatige benadering samen met vooruitstrevende aanbieders hard gewerkt om de nodige cultuurverandering waar de transformatie van het Sociaal Domein om vraagt, te mobiliseren. Deze cultuurverandering vraagt dat burgers de primaire verantwoordelijkheid van hun welzijn weer meer bij zichzelf zien liggen en het eigenaarschap over hun probleem behouden. Het harde werk van deze gemeenten met visie en durf, is vanaf de decentralisaties in 2015 jaarlijks gedwarsboomd door invloeden van hogerhand. Hier volgt een uiteenzetting.

2016: Uitspraak Centrale Raad van Beroep

In 2016 kwam daar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Op basis van deze uitspraak krijgt de klant rechtszekerheid, zodat hij weet op hoeveel uur huishoudelijke hulp hij recht heeft, óf zodat duidelijk is welk recht hij heeft omtrent welke taken met welke frequentie in het huishouden worden uitgevoerd. De norm die wordt gehanteerd om te komen tot het aantal uren toegekende hulp, moet vervolgens blijken uit onafhankelijk onderzoek. Er is dus fundamenteel onderzoek nodig om te

achterhalen hoeveel minuten per huishoudelijke taak nodig is om burgers te compenseren in hun beperkte zelfredzaamheid. Op basis van diverse onderzoeksrapporten is de conclusie dat we met deze uitspraak van de Centrale Raad twee stappen terug doen in plaats van één stap vooruit in de transformatie van rechtmatig naar doelmatig. Juridisch gezien is de uitspraak allicht verantwoord, maar het signaal achter deze uitspraak is vooral: ik heb recht op 2,1 uur huishoudelijke hulp! En dat gaat in tegen de beweging van rechtmatig naar doelmatig.

2017: AMvB reële kostprijs Wmo

Sinds de transitie van huishoudelijke hulp in 2007, werd de marktwerking in de zorg geïntroduceerd bij gemeenten. Aanbieders konden zich van elkaar onderscheiden op prijs. Echter marktwerking op prijs leidde tot een ‘race to the bottom’, waarbij aanbieders soms onder kostprijs offreerden om maar voor gunning in aanmerking te komen. Het gevolg is dat in 2017 de AMvB reële kostprijs Wmo van kracht ging. Deze regelt dat gemeenten onderzoek moeten doen naar de kostprijs van Wmo-diensten die zij aanbesteden, en dat zij deze kostprijs als ondergrens hanteren in hun uitvraag.

De in paragraaf 2 genoemde kracht van de Wmo ligt in het idee dat gemeenten beter maatwerk kunnen bieden. Zij hebben wettelijk meer beleidsvrije ruimte om per individu het doel van de hulp centraal te stellen. Op populatieniveau kan het doel dus niet vooraf worden vastgesteld: ieder mens is immers uniek. Echter, als het doel niet kan worden vastgesteld, kan vooraf niet worden ingeschat welke interventie nodig is om het doel van een klant te realiseren. Als deze interventie vooraf niet kan worden ingeschat, dan kan de kostprijs dus ook niet worden bepaald.

De AMvB vraagt echter om vooraf uit te denken welk type interventie of welk product nodig is voor de populatie. Ook hier gaan we dus een stap terug naar product-denken, in plaats van doelmatig denken.

2018: Abonnementstarief eigen bijdrage

Zoals aangegeven in paragraaf 3, zet de transformatie van het Sociaal Domein aan tot een cultuurverandering. Dit vraagt van burgers een andere kijk op de samenleving en om een verandering van het moraal: als iemand het zelf (financieel) kan regelen, is het dan moreel verantwoord om de beperkte zelfredzaamheid toch te verhalen op de samenleving door een voorziening aan te vragen? Gemeenten konden sturen op deze paradigmaverandering via de eigen bijdrage. Mensen met een hoog inkomen, die ondersteuning zelf kunnen betalen, krijgen namelijk door de gemeente een eigen bijdrage opgelegd die maximaal de kostprijs van de voorziening kan bedragen.

In 2018 wordt echter het ‘abonnementstarief’ aangekondigd: alle burgers betalen maximaal € 17,50 aan eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening. Dit betekent dat de drempel voor burgers die gewend waren zelfvoorzienend te handelen, wordt weggehaald. In plaats daarvan ontstaat de prikkel om alsnog de hand op te houden bij de samenleving: men heeft er per slot van rekening ‘recht’ op. Voor het derde jaar op rij gaan we een stap achteruit in de beweging van rechtmatig naar doelmatig.

2019: ….

Terug naar de gemeenten met visie en durf:

‘Ik moedig hen aan en help hen waar ik kan om zich te handhaven op deze hindernisbaan. Vraag is voor hoe lang, afhankelijk van wat er de komende jaren nog komen gaat aan belemmeringen van hogerhand. Want, mark my words, als de geest van de wet door hen wordt terug gestopt in de fles, gaat de transformatie op de fles!’

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ruud Groot, adviseur van Telengy, via tel. nr. 06 15 47 92 90 of e-mail: r.groot@telengy.nl. Zie ook onze Handreiking transformatie sociaal domein raadsprogramma in pdf-formaat.