Home » Actueel » Gebruiksoppervlakten bepalen voor de WOZ: monnikenwerk?

Gebruiksoppervlakten bepalen voor de WOZ: monnikenwerk?

“Niets is zo constant als verandering”, zei de Griekse filosoof Heraclitus al zo’n 2500 jaar geleden. De afgelopen jaren is ook voor diverse toepassingen het hanteren van rekenmethoden met vierkante (m2) en/of kubieke meters (m3) nogal eens gewijzigd. Zo is de gebruiksoppervlakte in de BAG destijds voor een deel gevuld met een omrekenformule vanuit m3 uit andere registraties. Voor de WOZ wordt het vanaf 2022 verplicht om woningen getaxeerd te hebben op basis van gebruiksoppervlakten. 

Nú beginnen

Dit betekent dat je als gemeente of belastingsamenwerking vanaf nu nog (maar) twee jaar hebt om de registratie van de gebruiksoppervlakten voor woningen op orde te hebben. In 2021 worden die gegevens dan gebruikt om de WOZ-waarden te bepalen die begin 2022 vastgesteld worden. Daarbij wordt met name bij woningen veel gebruik gemaakt van de modelmatige waardebepaling, waarbij eventuele  afwijkingen wel gesignaleerd zullen worden door taxatiesystemen. Desalniettemin is het natuurlijk beter om al eerder waarschijnlijkheidscontroles uit te voeren op de verzamelde en vastgelegde gegevens.  

Slimme oplossingen

In diverse WOZ-journaals van de Waarderingskamer zijn de afgelopen tijd verhalen gepubliceerd van gemeenten die voorop lopen met deze transitie. De gebruiksoppervlakten mogen namelijk al eerder toegepast worden bij de taxaties. Hierbij wordt de inzet van innovatieve methoden genoemd, ondersteund door intelligente software. De vraag is dan natuurlijk of alle gemeenten die innovaties goed kunnen inzetten. Diverse factoren spelen dan een rol zoals de mate van beschikbaarheid van digitale bouwtekeningen, maar ook de aanwezige nauwkeurigheid van de BAG, en überhaupt het profiel van de bebouwing in de gemeente. Samenwerking met woningcorporaties wordt ook toegejuicht omdat die ook gebruiksoppervlakten gaan registreren. 

Feit is dat er dan toch nog veel handmatig werk bij kan komen. Een veelzeggend citaat van een gemeente in een van de WOZ-journaals:

“We waren ons ervan bewust dat een deel van het woningbestand vanuit de bouwdossiers, volgens de NEN2580, nagerekend moest worden.”

Bij veel gemeenten is een groot deel van de bouwdossiers nog steeds analoog. Je zou zeggen: beste afdelingen WOZ en DIV, sla de handen ineen en kies een slimme oplossing die beide vraagstukken oplost.  

BouwInformatieModel

Je vraagt je wel eens af waarom we toch niet sneller gaan met de inzet van innovaties die de digitalisering kunnen versnellen. Er zijn al jaren technologieën en concepten die elkaar versterken en ons al lang verder hadden kunnen helpen. Ik noem slechts drie voorbeelden: inwinning met LIDAR, toepassing van sensoren (Internet of Things) in Smart Cities, en detailgegevens van bouwwerken in BIM (BouwInformatieModellen), die al toegepast worden door architecten en projectontwikkelaars.  

Vooral de laatste ontwikkeling is van belang in het kader van de spreekwoordelijke kraan en dweil: alle nieuwe bouwwerken zouden volgens mij met een BIM opgeleverd moeten worden. Maar tot die tijd is het vergaren van benodigde gegevens zoals over de gebruiksoppervlakte monnikenwerk. Naast de genoemde innovatieve software kan i-Spiegel 3.0 wellicht als controle- hulpmiddel ingezet worden om het edele handwerk te verlichten. 

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dirk Moree, adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 52 04 31 45 of via e-mail: d.moree@telengy.nl.