Home » Actueel » Ook Goirle, Dongen, Hilvarenbeek en Oisterwijk in eigen kracht

Ook Goirle, Dongen, Hilvarenbeek en Oisterwijk in eigen kracht

De gemeenten Goirle, Dongen, Hilvarenbeek en Oisterwijk staan in het kader van de transities binnen het sociale domein een integrale aanpak voor. Onder het motto één gezin, één plan, één regisseur en het adagium ‘meer met minder’, spelen urgentie en ambitie als duwende en trekkende kracht om de kwaliteit van zorg en ondersteuning te verhogen en de kosten te verlagen.

Om dit te kunnen realiseren wordt de inkoop van de nieuwe taken in het sociaal domein in samenhang uitgevoerd, onder begeleiding van Ruud Groot (Telengy) en Ida Consenheim (CBP). Hierbij bestaat vanuit de gemeenten de nadrukkelijke wens om, naast de transitie van zorg en ondersteuning, ook de transformatie van zorg en ondersteuning op 1 januari 2015 te laten plaatsvinden. Dit betekent dat voor nieuwe klanten die per 1 januari 2015 een beroep op zorg en/of ondersteuning doen, een nieuwe werkwijze van toepassing zal zijn.

Resultaatgerichte inkoop

In het huidige stelsel wordt zorg geleverd op basis van P*Q (prijs maal hoeveelheid), binnen de bandbreedte van de gestelde indicatie. Vanaf 2015 gaan de vier gemeenten dit anders doen. Niet meer het aantal uren dat past binnen de bandbreedte van de gestelde indicatie staat centraal, maar de op te leveren resultaten. Er wordt dus geen capaciteit meer ingekocht, de gemeenten kopen “zelfredzaamheid en participatie” in. Om dit vorm te geven wordt gewerkt met resultaatgebieden. Dit betekent dat aanbieders, in tegenstelling tot het leveren van uren of dagdelen, nu resultaten moeten opleveren. Aanbieders krijgen hierbij binnen de opgegeven kaders, maximale ruimte om de gevraagde resultaten in het ondersteuningsplan te behalen.

Het verwerken van abstracte resultaten naar een inkoopwaardig gespecificeerde vraagstelling, hebben de gemeenten op specifieke wijze aangepakt. De begrippen zelfredzaamheid en participatie zijn uiteengezet in een aantal resultaatgebieden, te weten:

  1. Sociaal netwerk;
  2. Huisvesting;
  3. Financiële situatie;
  4. Thuissituatie (zonder kinderen);
  5. Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief ouders/verzorgers (in aanvulling op thuissituatie);
  6. Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief kind (in aanvulling op thuissituatie);
  7. Mantelzorgondersteuning (vanuit perspectief mantelzorger);
  8. Daginvulling (de wijze waarop iemand zijn dagen invult zoals (vrijwilligers)werk, school) en participeert in de samenleving.

Werkwijze

Per resultaatgebied zijn resultaten geformuleerd. Deze resultaten zijn opgesplitst in vijf treden. De matrix die hieruit is ontstaan, is afgeleid van de zelfredzaamheidsmatrix waarmee diverse instellingen reeds pilots draaien en waarop de integrale vraaganalyse (een regionale methodiek die wordt ingezet om tot een ondersteuningsarrangement te komen) is gebaseerd. De dienstverleningsopdracht aan marktpartijen is het ondersteunen van klanten bij het vergroten en behouden van hun zelfredzaamheid. Bij de toegang tot (formele) ondersteuning wordt een nulmeting gedaan (op basis van de Integrale Vraag Analyse). Zo ontstaat een ‘foto’ van de matrix, gebaseerd op de huidige situatie: het ondersteuningsarrangement. Dit ondersteuningsarrangement is uitgezet in de markt onder de gecontracteerde partijen. Hiervoor gelden vaste ´all-in´ tarieven per periode van vier weken. De opdracht kan bijvoorbeeld zijn om een zorgvrager binnen een vastgestelde tijd en voor een “all-in” tarief, van trede 2 naar 3 te begeleiden. Indien er geen sprake is van ontwikkelpotentieel, kan de opdracht luiden om een zorgvrager in trede 3 te houden en niet af te laten glijden naar trede 2. Het gaat erom de zelfredzaamheid en participatie van de klant te vergroten of te behouden en  vermindering te voorkomen. Na een afgesproken periode wordt een nieuwe ‘foto’ gemaakt en wordt het resultaat inzichtelijk gemaakt. Zo wordt gemonitord welke resultaten behaald zijn.

Deze werkwijze heeft als voordelen dat:

  • er gestuurd kan worden op resultaten;
  • er verantwoord kan worden op resultaten;
  • het innovatieve vermogen van de aanbieder wordt geprikkeld;
  • doelmatigheid wordt gestimuleerd;
  • de volumeprikkel wordt ontmoedigd;
  • de klantvraag integraal kan worden doorgeleid aan een aanbieder en hierbij niet de beperking centraal staat, maar het resultaat. Er is dus geen sprake van ‘doelgroep denken’ waardoor mensen tussen wal en schip zouden kunnen vallen.

Pionierswerk

De gemeenten lopen met deze aanpak vooruit op een beleidsarme(re) aanpak, waarbij de bestaande situatie één op één wordt overgenomen. Vanzelfsprekend kunnen we spreken van een groeimodel: een groeimodel dat in het licht staat van de Rijksintenties en de beoogde effecten van deze stelselwijziging. Het is niet slechts de bedoeling om besparingen te realiseren. Deze besparingstaakstelling zien de gemeenten als een middel om het grotere doel te kunnen bereiken: een maatschappij waarin burgers weer eigenaar zijn van hun probleem en hun probleemoplossend vermogen, waarin professionals de professionele en beleidsvrije ruimte krijgen om te kunnen doen waar ze goed in zijn, waarin aanbieders kunnen meedenken en -ontwikkelen aan efficiëntere en effectievere initiatieven zonder dat ze hiermee hun eigen glazen ingooien, waarin de overheid op deze wijze de kwaliteit van zorg en ondersteuning omhoog ziet gaan en de kosten omlaag, met een opwaartse spiraal als gevolg. Zo zitten we allemáál in onze eigen kracht.

 

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ruud Groot, adviseur van Telengy, via tel. nr. 06 15 47 92 90 of via e-mail: r.groot@telengy.nl.