Auteursarchief: Peter ter Telgte

Digitale Agenda 2020 meer dan vervolg NUP

Digitale Agenda 2020 meer dan vervolg NUP
Lees het gehele artikel

Digitale Agenda 2020 meer dan vervolg NUP

Minister Plasterk heeft vanuit BZK met de visiebrief ‘Digitale Overheid 2017’ aangegeven hoe de overheid haar dienstverlening naar burgers en bedrijven moet gaan verbeteren door die dienstverlening digitaal te maken. De VNG-commissie ‘Dienstverlening en informatiebeleid’ heeft daarnaast de ambities neergelegd om als gemeenten intensiever en innovatiever te gaan werken aan digitale dienstverlening en e-overheid.  Deze ambities zijn door KING/VNG vertaald in het strategische plan ‘Digitale Agenda 2020’ (DA 2020), dat in juni van dit jaar op de algemene ledenvergadering door de gemeenten is goedgekeurd. Met DA2020 neemt VNG de opgave van BZK mee maar niet één op één. Ze vult die aan met eigen ambities en een eigen aanpak en prioritering. Zij neemt in die aanpak de participatie van burgers en bedrijven mee. Daarmee probeert ze invulling te geven aan die bottom-up aanpak: burgers en bedrijven geven meer aan hoe de overheid haar dienstverlening naar hen invult.

Opdracht VNG-commissie

Deze koers is een van de kenmerken van DA 2020 en geeft invulling aan een van de vijf opdrachten die de VNG-commissie ‘Dienstverlening en Informatiebeleid’ in 2014 heeft meegegeven: een sterkere rol van burgers en bedrijven in de vorming van het beleid van de overheid. Maar ook op andere punten heeft de commissie aangegeven dat de lokale overheid fundamenteel anders moet gaan denken en werken. Naar burgers en bedrijven toe maar ook de overheidsonderdelen naar elkaar toe. Die veranderambitie is vertaald in nog vier andere doelstellingen:

  • Efficiënt samenwerken aan digitale dienstverlening en e-overheid.
  • Het innovatievermogen van gemeenten vergroten.
  • De gemeentelijke processen stroomlijnen.
  • Opdrachtgeverschap richting softwareleveranciers krachtiger maken.

Om daaraan invulling te geven geeft DA 2020 aandacht aan het aspect ‘samenwerken’: binnen ketens,  tussen overheden en tussen overheden en burgers en bedrijven. Dat vertaalt zich in richtlijnen als ‘niet meer als gemeente eigen werkwijzen en innovaties oppakken, maar samen doen’. Gebruiken wat door een ander al is opgepakt. Conformeren aan landelijk gedefinieerde processen en standaarden. Collectief organiseren dat gelijksoortige grootschalige werkzaamheden zoals een belastingproces centraal en digitaal worden verzorgd. Daarnaast kan kleinschalig de burger op maat bediend blijven worden. VNG gaat deze collectieve aanpak voor gemeenten faciliteren. Er zijn in 2015 reeds tientallen projecten opgestart zoals het uniformeren (en digitaliseren) van een gemeenschappelijk verhuisproces, de dienstverlening aan begrafenisondernemers, regie op eigen gegevens, transactiepoort ondernemers enz. In lijn met deze veranderdoelstelling zullen gemeenten moeten leren om los te laten: niet steeds het wiel uitvinden en eigen(zinnige) ICT-oplossingen kiezen, maar bereid zijn de landelijke normen en oplossingen te omarmen.

De inwoner participeert

Het aspect ‘participatie’ is een ander belangrijk aspect van DA 2020: Zorgen dat met inwonersgroepen initiatieven wordt opgestart en verder uitgewerkt. Digitale ondersteuning daarvan met behulp van bijvoorbeeld ‘inwonersclouds’ moet zo’n samenlevingsparticipatie faciliteren. Denken en werken vanuit hetgeen de burgers en bedrijven willen krijgt daarmee vorm. Tegelijkertijd helpt dat om het aspect ‘innovatie’ inhoud te geven. Het benut innovatieve ideeën van burgers, bedrijven en andere gemeenten om nieuwe manieren van werken en dienstverlenen op te pakken. Met ondersteuningsinstrumenten zoals de ‘Pilotstarter’ helpt VNG om goede ideeën en initiatieven te laten landen, er enthousiaste participanten (mede-investeerders) bij te vinden, geïnteresseerden te informeren, op te schalen en uiteindelijk landelijke standaarden en uniforme werkwijzen en (ICT-)oplossingen te creëren.

Hoge ambities voor gemeenten

Met deze aspecten geeft DA 2020 invulling aan haar ambities voor gemeenten:

  • Open en transparant in de participatiesamenleving staan.
  • Werken als één efficiënte overheid.
  • Massaal digitaal en maatwerk lokaal.

Tegelijkertijd geeft DA 2020 ook vervolg aan de implementatie van de NUP-bouwstenen. De uitbouw van de landelijke voorzieningen (massaal digitaal) binnen de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) is daar een voorbeeld van. Met de implementatieagenda 2017 geeft DA 2020 sturing aan vele projecten die gemeenten gaan helpen hun dienstverlening verder te verbeteren door die digitaal te maken en de burgers en bedrijven daarin een rol te geven. De gemeenten helpen om niet meer alles op een eigen(zinnige) wijze te doen en te investeren, maar dat op een efficiënte wijze samen tegen lagere kosten.

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ad van Dijck, adviseur van Telengy, via tel. nr. 06 53 75 90 01 of via e-mail: a.v.dijck@telengy.nl.

Verandering in het sociaal domein: 2016 wordt het jaar van de zorgparadox!

Zorgparadox sociaal domein
Lees het gehele artikel

Door: Ruud Groot en Marcel Lemmen

Het kabinet wil haar visie ‘meer kwaliteit, tegen lagere kosten door zorg dichter bij de burger te organiseren’ goed voor het voetlicht brengen. Van beide aspecten wordt vooral het aspect ‘lagere kosten’ door gemeenten als brandpunt gemarkeerd, waardoor een van de belangrijkste stelselwijzigingen sinds Thorbecke door velen vooral wordt gezien als een bezuinigingsmaatregel. Het is versterkend dat gemeenten in het voorbije jaar bezig zijn geweest om de decentralisaties een plaats te geven – in volgorde van aandacht – in de maatschappij, onder burgers, zorgverleners, maar bovenal in hun eigen organisatie.

Zorgparadox sociaal domein

Verandering = anders kijken

Het ontstane beeld is voor een deel terecht. Omdat de decentralisaties een behoorlijke veranderopgave betekenen voor de gemeentelijke organisatie is er veel op de organisatie afgekomen en proberen grip hierop te krijgen is een eerste (logische) reactie. Deze reactie wordt ondersteund door het fenomeen ‘overgangsrecht’: hoewel de burger ermee geholpen lijkt, grepen veel gemeenten dit aan om de echte verandering voor zich uit te schuiven en vanuit het ‘oude denken’ de decentralisaties in te gaan. De transitie wordt hierdoor niets meer dan een overgang van een bestaande structuur onder een andere bestuurslaag. Hierdoor ontstaat vertraging in het echte veranderingsproces van wat de decentralisatie daadwerkelijk beoogt: de zelfredzame burger.

2016 is het jaar waarin deze noodzakelijke verandering echt ingezet moet gaan worden. De vraag is nu: ‘Hoe kan dit gerealiseerd worden?’ Gemeenten zijn dikwijls gewend om van ‘binnen naar buiten’ te denken en te handelen. Een fundamenteel andere kijk op het organiseren van zorg vergt, naast visie en verandervermogen, met name innovatievermogen. Onze adviseurs staan midden in deze noodzakelijke verandering; niet door gemeenten slechts te ondersteunen, maar dit juist te doen vanuit een eigen visie op de verandering. Telengy acteert vanuit de overtuiging dat de burger zijn eigen zorg organiseert. De primaire taak van de gemeente is hierin de burger, waar nodig, te ondersteunen.

Rechtmatig ≠ doelmatig

Op dit moment is het veelal zo geregeld dat de gemeenten (en professionals) de zorginzet organiseren. De gemeente betaalt de vorm en de hoeveelheid zorg (vaak ingegeven door de noodzaak tot kostenbesparing) en de professional bepaalt hoe de zorg wordt ingezet. De burger mag vooral deze twee partijen volgen en een zorghiaat dat ontstaat zelf invullen. Vanuit deze werkwijze wordt vaak onbewust voorbijgegaan aan de wezenlijke zorgvraag en het probleemoplossend vermogen van burgers. Het resultaat is geen beoogde afname maar juist een toename van de zorgafhankelijkheid. Het uitgangspunt moet zijn dat de burger zelf in staat moet worden gesteld om de afstand tot zelfredzaamheid in te schatten en in kaart te brengen wat ervoor nodig is om deze afstand te overbruggen. Doelmatig in plaats van rechtmatig!

Kostenbeheersing als effect

Het wordt hoog tijd om het fenomeen ‘de burger in zijn kracht zetten’ echt vorm te gaan geven. Dit kan alleen wanneer gemeenten hun nieuwe rol onderkennen en burgers actief helpen in dit nieuwe emancipatiedenken. Hier zijn we beland bij het hoofddoel van de decentralisaties (en de echte verandering). Wanneer emancipatie het doel is, dan kan het effect niet anders zijn dan dat de burger zijn eigen leven bepaalt, ook wat betreft zorg. Dit zal uiteindelijk renderen in financiële, maatschappelijke en sociale zin. Zo wordt kostenbeheersing het effect in plaats van het doel. Vanuit dit paradoxdenken – d.w.z. de burger bepaalt en niet de gemeente of de professional – moet de verandering ingezet worden. Alleen dan ontstaat de ruimte om zaken fundamenteel anders te organiseren, zodat de beoogde en noodzakelijke effecten daadwerkelijk duurzaam worden gerealiseerd. Kortom, een nieuwe rol voor gemeenten: van bedenker en (mede-)uitvoerder, naar facilitator van de verandering!

Deze visie staat centraal bij de adviseurs van Telengy in al hun opdrachten. Dat was zo en dat blijft in 2016 ook zo. Graag helpen wij u bij deze verandering.

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ruud Groot of Marcel Lemmen via e-mail of telefoon: r.groot@telengy.nl (06 15 47 92 90) / m.lemmen@telengy.nl (06 50 43 15 77).

Praktijklessen zaakgericht werken: het gaat om de organisatieverandering!

Lees het gehele artikel

Zaakgericht werken: je kan er talloze boeken over schrijven. Hoewel gemeenten al ongeveer 10 jaar bezig zijn met dit onderwerp, stranden nog steeds vele trajecten of maken zij op zijn minst niet de hoge verwachtingen waar. Hoe komt dit? En belangrijker: hoe kan het anders? Als praktijkprofessional doe ik een poging om een aantal ervaringen en lessen rondom de implementatiepraktijk van zaakgericht werken te duiden. Mijn belangrijkste les is dat het gaat om de toegevoegde waarde die u wilt bereiken voor uw organisatie: zaakgericht werken is een organisatieverandering en dient ook als zodanig benaderd te worden!

Organisatieverandering zaakgericht werken

Frictie tussen theorie en praktijk

Idealiter start de invoering van zaakgericht werken vanuit een brede visie zoals “grip krijgen op zaken” of “het realiseren van een betere dienstverlening”. De visies die ik langs zie komen, omarmen veelal het idee dat er een fundamentele verandering plaats gaat vinden. Vervolgens wordt de uitvoering vrijwel altijd neergelegd bij de afdelingen ICT of DIV/Archief. Dit betekent dat de implementatie, in al haar technische complexiteit, het doel wordt. Tegen de tijd dat er een werkende omgeving staat is het momentum, dat in het begin in de organisatie is gecreëerd, vaak alweer verdwenen. Aanhaken bij de vakafdeling om de processen goed in te richten is dan vanuit ICT-perspectief erg lastig. Het blijft hooguit bij een aantal quickwins en plannen om elk jaar een paar zaaktypes door te ontwikkelen.

Techniek én organisatieverandering

Kortom, de invoering van zaakgericht werken is een complex en langdurig traject, waarbij een lange adem nodig is en kennis en kunde van zowel techniek als organisatieverandering. De complexiteit van de techniek kan o.a zitten in het grote aantal ingewikkelde koppelingen. Hoewel kennis van de techniek en informatiestromen (processen) dus belangrijk is, dient de organisatieverandering echter te allen tijde voorop te staan; biedt het nieuwe (zaakgerichte) werken ook daadwerkelijk toegevoegde waarde voor de organisatie? Dit is de daadwerkelijke implementatie. De uitdaging in het verandertraject wordt bepaald door de combinatie van: [lengte van het traject] * [sterke technische component] * [breedte van de verandering]; het is een andere manier van werken en het raakt iedereen!

Praktijkervaringen

Hieronder volgen een aantal van mijn ervaringen uit de praktijk voor de invoering van zaakgericht werken binnen uw gemeente, met een knipoog naar de rode draad in deze projecten: de VERANDERING:

  • Visie

Zorg dat de toegevoegde waarde van zaakgericht werken helder is (het doel en wat je wilt bereiken) en zorg voor een ‘leading team’ zaakgericht werken, met stevige wortels in het MT dat de rode draad bewaakt gedurende het gehele traject.

  • Etappes

Zorg voor een duidelijke fasering van het traject door middel van ‘etappes’; hak de invoering van zaakgericht werken in fases (visie en planvorming, technische implementatie, organisatorische implementatie en doorontwikkeling). Het project is pas klaar als het geheel klaar is, maar vier de tussentijdse successen met de betrokkenen.

  • Realiteit

De technische implementatie kost vaak (te) veel tijd (als een van de leveranciers een nieuwe release moet uitbrengen om te kunnen koppelen, ben je al snel een paar weken verder): vermoei de organisatie daar niet mee. Betrek pas de toekomstige gebruikers als er reëel zicht op een opleverdatum is. Piek niet te vroeg!

  • Ambassadeurs

Zorg voor betrokkenheid binnen alle geledingen van de organisatie bij de uitwerking van zaakgericht werken en de inrichting van het zaaksysteem. Werk met ambassadeurs, key-users en/of werkplekcoaches. Op deze wijze sta je beter in contact met de organisatie en kan je sneller en beter bijsturen.

  • Nastreven principes

Hou vast aan de principes van zaakgericht werken en blijf het gestelde doel nastreven. Ook bij enige weerstand (en ja, die zal er zijn). Maar ga vooral pragmatisch om met allerlei uitzonderingen; het systeem moet de organisatie en haar medewerkers optimaal ondersteunen bij de uitvoering van hun taken.

  • Doorontwikkeling

Zorg voor een overvloedige werkplekondersteuning tijdens de uitrol. Dit helpt mensen over de drempel en voorkomt verkeerd ingeslepen gebruik en fouten. Correcties kosten tijd en geld! Zorg ook voor capaciteit bij de ontwikkelaars na ingebruikname, zodat je kleine aanpassingen direct kunt uitvoeren. Dit vermindert de weerstand en vergroot de acceptatie.

  • Enthousiasmeer

Zorg voor een enthousiast ‘team zaakgericht werken’ met stevige wortels in het MT, dat vernieuwend en ‘out of the box’ durft te denken. Hou niet vast aan bestaande waardes maar durf te vernieuwen. Kijk naar de veranderende wereld om ons heen en verander mee.

  • Realisatie

Hanteer het Big Bang-principe voor de livegang; werk met een eenvoudig generiek procesmodel en rol dit direct uit voor zoveel mogelijk zaaktypen. Start basaal, ontwikkel door na de livegang en communiceer hier duidelijk over. Het specificeren van zaaktypen volgt later!

  • Interne processen

Neem ook de interne processen mee (beleid, projecten, etc.). Zo ontstaat er een eenduidige organisatiebrede werkwijze en is alle informatie eenduidig terug te vinden. De pragmatiek heeft voorrang op de zuivere theorie van zaakgericht werken. Aansluiting bij de beleidsafdeling is hierbij van levensbelang.

  • Nut

Hanteer de waarom-vraag bij de inrichting van het generieke proces: waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Denk hierbij aan de Lean-principes van verspilling: als een stap of handeling geen toegevoegde waarde heeft, laat het dan weg!

  • Gebruikers

Gebruikers bepalen uiteindelijk het gebruik van het systeem. Monitor het gebruik van het nieuwe systeem (waar gaat het fout?) en gebruik deze input voor het nog beter ondersteunen van de gebruikers en het bijschaven van het systeem. Als de gebruiker geen gemak van het systeem ervaart, wordt het systeem niet (optimaal) gebruikt!

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique Verbeeten via tel. nr. 06 17 39 04 99 of via e-mail: m.verbeeten@telengy.nl.

Telengy in VNG-expertpool PGB Trekkingsrecht

Persoonlijke zorg
Lees het gehele artikel

De invoering van het PGB trekkingsrecht is niet vlekkeloos verlopen, waardoor bij veel gemeenten herstelwerkzaamheden nodig zijn. Daarbij komt dat er dit jaar een groot aantal herbeoordelingen plaats dient te vinden. Ondertussen zitten gemeenten midden in een transformatieproces voor de drie decentralisaties in het sociaal domein. Om gemeenten maatwerkondersteuning te bieden is de VNG vanaf 20 oktober jl. gestart met de ‘Expertpool PGB Trekkingsrecht’, van waaruit aangesloten adviseurs kunnen worden ingeschakeld door gemeenten. Telengy participeert in deze expertpool met drie ervaren adviseurs.

De werkwijze

De ondersteuning vanuit de expertpool richt zich voornamelijk op de herbeoordelingen en de herstelactiviteiten voor het PGB trekkingsrecht. De werkwijze is conform het Ondersteuningsteam Decentralisaties: gemeenten kunnen hun aanvraag indienen bij het Ondersteuningsteam PGB Trekkingsrecht. De accountmanagers van het ondersteuningsteam zetten de aanvraag door naar een inhoudelijke expert. Afhankelijk van de vraag kan advies of ondersteuning worden geboden op locatie.

Telengy ondersteunt

Telengy biedt drie adviseurs aan voor de expertpool PGB trekkingsrecht, te weten: Evelien van Deursen, Jos van Dijk en Ton de Wit. Deze drie adviseurs hebben de nodige ervaring in het sociaal domein en in het bijzonder kennis van het PGB trekkingsrecht. Evelien van Deursen, die sinds anderhalf jaar fungeert als projectcoördinator voor de invoering van het PGB trekkingsrecht en de herstelacties voor de SVB binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch, geeft aan: “Ik neem graag deel aan deze expertpool, omdat ik gemeenten zie worstelen met de problematieken en inmiddels merk dat ik snel weet te schakelen op dit gebied. Overzicht hebben en houden op huidige problematieken, de eigen administratie en herstelacties is essentieel.”

Jos van Dijk heeft de coördinatie van de PGB-projecten verzorgd voor de gemeente Stein en doet dit nu ook voor de gemeente Beek. “Het gaat hierbij om het betalingsverkeer, waarbij valt te denken aan toekenningsberichten, budgetten, onder- en overbesteding budgetten en de informatievoorziening naar burgers en bestuur. Ik vind het leuk om kennis over te dragen en mensen te helpen uit lastige situaties te geraken.”

Pragmatische oplossingen

De VNG streeft naar een expertnetwerk dat bestaat uit deskundigen met verschillende kennis en ervaring, zodat er sprake is van een complementair aanbod aan gemeenten. Gezien de vele ontwikkelingen en praktische belemmeringen is het van belang om te zoeken naar pragmatische oplossingen. “Soms is het ad hoc oplossen van een concreet probleem belangrijker dan het streven naar de ideale, structurele oplossing. Dat vergt enerzijds creativiteit en overzicht en anderzijds goede afstemming met de direct betrokken specialisten”, aldus Ton de Wit.

Meer weten?

Wilt u meer weten of heeft uw gemeente op korte termijn ondersteuning nodig bij de werkzaamheden rondom het PGB trekkingsrecht? Onze adviseurs helpen u graag verder. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marcel Lemmen, commercieel manager van Telengy, via 06 50 43 15 77 of via m.lemmen@telengy.nl.

U neemt direct contact op met het Ondersteuningsteam PGB trekkingsrecht via tel. nr. 070 373 83 93 of via e-mail: otpgb@vng.nl.

‘Vaarwel blauwe envelop’ biedt kansen voor aansluiting Berichtenbox

Lees het gehele artikel

Berichtenbox 1

De afgelopen periode kan het je bijna niet ontgaan zijn: de 100 jaar oude blauwe envelop gaat verdwijnen. De Belastingdienst gaat brieven meer en meer via de Berichtenbox versturen en op termijn kun je als burger alleen nog via die Berichtenbox brieven ontvangen van de Belastingdienst. De huidige campagne van de Belastingdienst zal leiden tot een toenemend aantal burgers dat gebruik gaat maken van de Berichtenbox. “En dat biedt weer kansen aan gemeenten”, aldus Peter ter Telgte, accountmanager MijnOverheid en adviseur bij Telengy.

Op de goede weg

Nu is de dekkingsgraad voor het gebruik nog ongeveer 2 op de 10 brieven bij 1,8 miljoen burgers met een account op de Berichtenbox. Dat betekent dat 2 van de 10 brieven digitaal gepost kunnen worden, maar dat de resterende 8 nog via de traditionele brievenbus gaan. Sinds de start van de publiciteitscampagne op 14 oktober jl. zien we op sommige dagen al drie keer zo veel aanmeldingen voor de Berichtenbox dan voorheen. Dat zijn direct ook potentiële digitale brievenbussen voor gemeenten en samenwerkingsverbanden. Het wordt dus steeds interessanter om aan te sluiten.

Nu aanmelden loont

Voor organisaties die nog niet zijn aangemeld, is het van belang om nu vaart te maken. Dat heeft namelijk te maken met de aanmeldprocedure van nieuwe organisaties. De organisatie wordt opgenomen in de lijst met aangesloten organisaties zodra het aanmeldformulier is ingediend. Echter, de nieuw aangesloten organisaties beginnen met 0 burgers als gebruiker. De burger telt pas mee als abonnee van de Berichtenbox nadat hij of zij de nieuwe organisatie heeft opgenomen in zijn of haar MijnOverheid. Dat gebeurt door een inlogscherm te accorderen met nieuwe organisaties sinds de laatste keer dat de burger heeft ingelogd op MijnOverheid. De burger kan namelijk zelf bepalen of hij/zij berichten wil ontvangen via de Berichtenbox van andere overheidsorganisaties door het vinkje bij een organisatie aan te laten staan of uit te zetten. Alleen de Belastingdienst kan de burger niet ‘uit’ zetten.

Berichtenbox 2

Omdat de Belastingdienst zo fors investeert in het benutten van de Berichtenbox, is het juist nu relevant om zo snel mogelijk op de aansluitlijst te komen. De kans dat burgers gaan inloggen op MijnOverheid en daarmee de nieuw aansluitende organisatie activeren voor het verzenden van post via de Berichtenbox is de komende periode veel groter. Dat maakt de businesscase voor verzending via de Berichtenbox lonend.

Hoge verwachtingen

De verwachting is dat er eind 2015 een verdubbeling van het aantal abonnees is gerealiseerd en medio 2016 nogmaals een verdubbeling volgt. Dat betekent in relatief korte tijd dat in plaats van 2 brieven straks waarschijnlijk tussen 6 tot 8 van de 10 brieven digitaal aangeboden kunnen worden via de Berichtenbox. Met een potentiële besparing van 1 euro per digitaal verzonden document toch een mooie opsteker!

Berichtenbox 3

Meer weten?

Meer weten? Ga naar de website van Logius via de volgende link of volg een training of webinar. Voor meer algemene informatie kunt u contact opnemen met Peter ter Telgte, accountmanager MijnOverheid en adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 46 72 42 05 of via e-mail: p.t.telgte@telengy.nl.

Telengy trotse sponsor Special Olympics 2016

Winnende sporter Special Olympics
Lees het gehele artikel

Het duurt nog even, maar op 1, 2 en 3 juli 2016 vindt in Nijmegen, Groesbeek en Wijchen het grootste landelijke sportevenement voor mensen met een verstandelijke beperking plaats: de ‘Special Olympics Nationale Spelen’. Zo’n 2.500 sporters en 1.000 begeleiders zijn drie dagen actief in 18 verschillende sporten. Voor de organisatie van Special Olympics 2016 is een stichting opgericht. Henk Albers, partner en adviseur bij Telengy, bekleedt de functie van vice-voorzitter van deze stichting. Daarnaast is er de steun van vele vrijwilligers en coaches. Net als bij de Olympische Spelen is er een openings- en sluitingsceremonie. In het Special Olympics Dorp brandt drie dagen lang de Special Olympics vlam.

Henk Albers over de impact van de Special Olympics 2016 op de regio: “De zomer van 2016 staat in de regio Nijmegen in het teken van verschillende grote sportevenementen: de honderdste editie van de Vierdaagse van Nijmegen (wandelen), de doorkomst van de Giro van Italië (wielrennen) en daarnaast de Special Olympics Nationale Spelen. Grote evenementen die goed op elkaar afgestemd moeten worden qua logistiek, veiligheid, vervoer, overnachtingen, etc. Het zal bruisen in Nijmegen, Groesbeek en Wijchen volgend jaar!”

Telengy is een trotse sponsor van de Special Olympics 2016. Diverse Telengy-collega’s zijn inmiddels betrokken bij het evenement en helpen de organisatie waar mogelijk. Henk Albers over de betrokkenheid van Telengy bij Special Olympics 2016: “Partners en medewerkers van Telengy hebben naast hun grote passie voor het ondersteunen van gemeenten bij allerlei vernieuwingen ook oog voor andere maatschappelijke ontwikkelingen. Het mogelijk maken van sporten voor mensen met een verstandelijke beperking is daar een voorbeeld van. Nadat ik bestuurslid werd van de organiserende stichting was het ook niet verwonderlijk dat mijn collega’s dat voorbeeld volgden. Naast een financiële bijdrage aan Special Olympics willen we ook de handen uit de mouwen steken en daar waar mogelijk de organisatie van Special Olympics helpen.”

De steun van vrijwilligers en coaches is van onschatbare waarde. Bent u bereid om de organisatie van Special Olympics 2016, in welke hoedanigheid dan ook, te helpen? Neem dan contact op met Henk Albers via tel. nr. 06 22 92 24 16 of via e-mail: henk@specialolympics2016.nl Wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten rondom de Special Olympics 2016? Meld u dan aan voor de maandelijkse nieuwsbrief via de volgende link. Meer informatie over Special Olympics 2016 ontvangt u via de promotievideo hieronder.

Stein legt basis voor digitaal en zaakgericht werken

Gemeentehuis Stein
Lees het gehele artikel

Gemeente Stein is in 2014 een traject gestart om organisatiebreed zaakgericht en digitaal te gaan werken. De gemeente verkeerde in zwaar weer, kreeg ‘code rood’ in een Berenschot rapport, en een transitietraject werd ingezet om het tij te keren. Digitaal en zaakgericht werken werd onderdeel van de transitie, met als voornaamste doel weer grip te krijgen op zaken.

De impact van digitaal en zaakgericht werken voor de organisatie is groot; het betekent een andere manier van werken voor bijna alle medewerkers, van DIV tot de beleidsafdelingen. De ervaring leert echter dat het voortraject -het leggen van alle technische koppelingen- nogal wat tijd en moeite kan kosten. Derhalve hebben we de organisatie nog ‘even met rust gelaten’, …en dat was maar goed ook.

Om een toekomstvaste omgeving neer te zetten is gekozen om te koppelen via de ‘koninklijke weg’, oftewel volgens de KING-standaarden. De gegevens- en documentoverdracht zal plaatsvinden via de nieuwe Zaak-DMS koppeling en de al even nieuwe standaard documentcreatieservices. Daarmee is in theorie een prachtige architectuur gecreëerd tussen het zaaksysteem (CZA van leverancier PinkRoccade Local Government), het DMS (iDocuments van PinkRoccade Local Government), het sjablonenpakket (Smartdocuments) en de taakspecifieke applicatie voor vergunningen (Squit XO van Roxit). Net als de situatie bij de gemeente Best van vorig jaar leert de praktijk ons dat, ook al conformeren de leveranciers zich aan de standaard uitwisselingsformaten (StUF) die door KING zijn opgesteld,  de ‘interpretatieverschillen’ tussen de koppelvlakken ertoe kunnen leiden dat de gegevensuitwisseling niet altijd goed verloopt. Juist die geautomatiseerde overdracht tussen applicaties moet de gewenste efficiencyverbetering brengen en de grip op zaken vergroten.

Ook reden voor de gemeente Stein om eind 2014 de steun van KING te vragen bij het werkend krijgen van de koppelvlakken en mee te doen aan de Winstpakker Documentcreatie. Hierin is KING samen met de gemeente en de leveranciers om de tafel gegaan en is gekeken wat in de praktijk nodig is om de gewenste gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Onlangs was het zover en is de praktijkbeproeving voor beide leveranciers (PinkRoccade Local Government en Smartdocuments) in deze combinatie geslaagd. Met deze koppeling worden gegevens die door de gemeente vastgelegd zijn, in de zaakapplicatie automatisch doorgegeven aan de sjablonenapplicatie voor het maken van het document. Dit werkt efficiënt, en de foutenkans neemt af. Doorontwikkeling op deze standaard is wat de gemeente Stein betreft gewenst, want men wil ook graag dat de wijzigingen gecontroleerd plaatsvinden.

In het speelveld tussen de verschillende leveranciers, de wensen van de gemeente en de standaarden van KING, fungeert Telengy-adviseur Monique Verbeeten als regisseur c.q. coördinator tussen de leveranciers en de gemeente, sturend op realisatie van de juiste omgeving. Daarbij steeds het eindresultaat voor ogen houdend; digitaal en zaakgericht werken, grip op zaken, volgens de standaard architectuur.

Eind juli wil de gemeente Stein operationeel zijn met het organisatiebreed digitaal en zaakgericht werken. De technische fase is nu grotendeels afgerond, de laatste puntjes op de i worden gezet met betrekking tot de inrichting van de processen. Er wordt gestart met één generiek proces voor bijna alle zaaktypes, aangevuld met contracten en het bestuurlijke besluitvormingsproces. Alle aandacht gaat nu uit naar de verandering voor de organisatie. Je zou het bijna vergeten…

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique Verbeeten, adviseur van Telengy, via tel. nr. 06 17 39 04 99 of via e-mail: m.verbeeten@telengy.nl.

LEAN Green Belt voor aantal Telengy-adviseurs

Lees het gehele artikel

Een aantal adviseurs van Telengy heeft zich onlangs gecertificeerd voor de LEAN Green Belt. De Green Belt training is de meest gevolgde training om zelfstandig projecten op het gebied van Lean & Six Sigma uit te voeren.

Lean green belt

Processen Lean maken

Telengy heeft zich toegelegd op deze methode omdat we bij onze opdrachtgevers steeds meer de wens en noodzaak zien om processen verder te vereenvoudigen. Middels deze kennis worden onze adviseurs completer in hun persoonlijke dienstverlening en referentiekader. Tevens zijn zij hierdoor in staat om iedere situatie onze relaties direct te voorzien van een advies hoe de dagelijkse praktijk in eenvoudige processen kan worden geborgd.

Zie ook onze publicatie lean management in 100.000+ gemeenten

Voor een VOG niet meer de deur uit!

Lees het gehele artikel

Justis, de screeningsautoriteit van het ministerie van Veiligheid en Justitie, wil graag zo effectief mogelijk werken en op een moderne manier bereikbaar zijn voor klanten. Vandaar dat Justis een webapplicatie heeft laten ontwikkelen waarmee een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) plaats- en tijdonafhankelijk kan worden aangevraagd. Organisaties loggen in met eHerkenning, waarmee de veiligheid en betrouwbaarheid is gegarandeerd. Zie voor een uitgebreide beschrijving de site Goed Opgelost.

VOG

Steeds meer VOG-aanvragen digitaal

Het deels digitaal aanvragen van een VOG was al wat langer mogelijk, maar met de webapplicatie gaat voor sommigen onder ons een lang gekoesterde wens in vervulling. Al in 2005 hebben Indra Henneman en Peter ter Telgte bij EGEM werk gemaakt van het digitaal aanvragen van een Verklaring Omtrent Gedrag. Waren in 2006 nog 277.000 bezoekjes aan het gemeentehuis nodig, inmiddels krijgt Justis circa 700.000 aanvragen per jaar. Het plaats- en tijdonafhankelijk aanvragen scheelt toch een gang van 700.000 ‘postbodes’ naar het gemeentehuis.

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Peter ter Telgte, adviseur bij Telengy en accountmanager MijnOverheid bij Logius, via tel. nr. 06 46 72 42 05 of via e-mail: p.t.telgte@telengy.nl.

Hervorming sociaal domein: hoe doe je dat lokaal?

Lees het gehele artikel

De 3D’s vragen om hervorming van het lokale sociaal domein. Welke lessen kunnen tot dusver geleerd worden van de wijze waarop het transformatieproces verloopt? Telengy-adviseur Ernst Janssen deelt zijn ervaringen als directeur van Wellzo in Leeuwarden.

De invoering van de drie decentralisaties vraagt om een hervorming van het lokale sociaal domein. Nieuwe organisatorische kaders zijn nodig om het mogelijk te maken de basishulpverlening dicht bij de mensen in de wijk te organiseren, waarbij de vraag uitgangspunt is en de hulpverlener naast de wijkbewoner gaat staan en alleen doet wat nodig is. Vanuit het verleden is de hulpverlening opgebouwd vanuit maatschappelijke domeinen, dan wel doelgroepen. Dat heeft geleid tot een groot aantal instellingen op het gebied van zorg,  werk, inkomen en welzijn, op verschillende schalen georganiseerd en met ieder hun eigen regels en protocollen over intake en behandeling.  Om de nieuwe werkwijze te laten slagen moeten de bestaande instellingen transformeren naar een netwerkorganisatie, waarin vanuit de vraag van de burger centraal en integraal gestuurd kan worden op de ondersteuning die geleverd wordt.

In onderstaand schema zijn de oude en de nieuwe situatie weergegeven. In de situatie ‘vroeger’ zijn zorg en welzijn verkokerd georganiseerd. Wijkbewoners (de ‘B-s’ in het schema) met verschillende ondersteuningsvragen worden via verschillende organisaties geholpen. In de situatie ‘straks’ is er voor mensen op wijkniveau een loket waarin eenvoudige hulp geboden wordt en de regie gevoerd wordt op de inzet van gespecialiseerde zorg.

Er moet een omvangrijke organisatorische verandering plaatsvinden van instellingen in het sociaal domein. De organisatorische verandering moet gericht zijn op het realiseren van een netwerkorganisatie. Die netwerkorganisatie moet ervoor zorgen dat verschillende typen zorg en ondersteuning zo op elkaar worden afgestemd dat de hulpvrager niet merkt dat hij met verschillende organisaties van doen heeft. Hoe krijgt dat vanuit organisatorisch oogpunt vorm, of anders gezegd; hoe wordt de gewenste netwerkorganisatie in de praktijk gerealiseerd?

Praktijkervaringen vanuit Leeuwarden zijn leidend in dit artikel. In Leeuwarden worden al sinds 2007 stappen gezet in de hervorming van het sociaal domein. Die invoering gaat ‘van onderop’ en heeft ertoe geleid dat eind 2014 de gehele gemeente ‘bedekt’ was met wijkteams waarin de intakefunctie en eenvoudige hulpverlening zijn ondergebracht. Organisatorisch zijn deze wijkteams sinds mei 2014 ondergebracht in de Coöperatieve Vereniging Amaryllis, die door de gemeente gesubsidieerd wordt. Het loket en de eenvoudige hulpverlening (zie schema vorige pagina) zijn dus (organisatorisch!) gerealiseerd. Wat nog gerealiseerd moet worden is de duurzame samenwerking tussen de wijkteams en de instellingen voor zorg, inkomen, werk en welzijn in één netwerkorganisatie. De – in dit artikel centrale – vraag is: welke lessen kunnen in Leeuwarden geleerd worden vanuit de manier waarop het transformatieproces tot nog toe verlopen is? Die lessen (leerpunten) zijn een belangrijke basis voor het succesvol realiseren van de netwerkorganisatie en daarmee voor het realiseren van de ambities in het sociaal domein.

Lessen uit Leeuwarden

Vanuit de tot nog toe opgedane ervaringen in Leeuwarden worden bevorderende en belemmerende factoren onderscheiden om tot een duurzaam functionerende netwerkorganisatie te komen:

Bevorderende factoren

  • Duidelijke gemeentelijke beleidslijn: Eind 2013 is door de gemeente het uitvoeringsbeleid concreet neergezet in het Koersdocument Hervorming Sociaal Domein. Dat geeft een duidelijk inhoudelijk kader voor de uitwerking van de samenwerking.
  • Realisatie netwerk wijkteams: De vorming van een gemeente-afdekkend netwerk van wijkteams is voortvarend opgepakt. Voordeel daarbij is dat in Leeuwarden al jarenlang ervaring is opgedaan met het werken in wijkteams. Vandaar dat relatief snel opgeschaald kon worden naar een volledig netwerk van wijkteams, waardoor ook een basis ontstond – via de aansturing vanuit de Coöperatie – om met derde partijen samenwerkingsafspraken te maken.
  • Tijdige keuze voor Coöperatie:Het uitwerken en invoeren van een nieuw organisatiemodel kost tijd. Eind 2013 is door de gemeente en uitvoerende instellingen gekozen voor het Coöperatiemodel: een belangrijke basis voor de uitwerking en invulling van verantwoordelijken voor de nieuwe organisatie (bestuur en directie). Zonder die basis is het niet mogelijk de organisatorische  uitwerking van de samenwerking op te pakken.
  • Samenwerking vanuit praktijk:Voor de feitelijke invulling van de samenwerking is het adagium: aansluiten bij wat vanuit de praktijk nodig blijkt te zijn. Zoals een goede infrastructuur van een park vaak gevonden wordt door vanuit de praktijk ‘olifantenpaadjes’ te laten ontstaan, zo is ook met de ontwikkeling van de samenwerking ingestoken. Daar moeten wel meteen twee kanttekeningen bij geplaatst worden:
  • Er moet wel aan bepaalde randvoorwaarden zijn voldaan om duurzame samenwerking te kunnen realiseren.  Zo bleek het in Leeuwarden voor veel instellingen lastig om te werken aan ‘de ontwikkeling van onderop’, zolang de gemeente nog geen besluit had genomen over het wel of niet inkopen van diensten van die instellingen. Om tot een duurzame samenwerkingsstructuur te komen moeten de resultaten van ‘ontwikkeling van onderop’ op het goede moment formeel vastgelegd worden.

Belemmerende factoren

  • Geen gezamenlijke vernieuwing:Bij de vorming van de wijkteams en de doorontwikkeling binnen de wijkteams zijn veel wielen opnieuw uitgevonden (bijv. de aanpak van schuldenproblematiek en verbeteren van taalvaardigheid). Niet alleen is dat zonde van de onnodige investering, maar zo wordt ook de wenselijke samenwerking met de gespecialiseerde instellingen onnodig ingewikkeld gemaakt.
  • Geen gezamenlijk veranderplan:Hervorming van het sociaal domein betekent verandering in de basisondersteuning via wijkteams én aanpassing van de gespecialiseerde zorg. Dit vraagt om een duidelijk uitgelijnd, gezamenlijk verandertraject, vastgelegd in een veranderplan. Zonder een duidelijke, gezamenlijke uitwerking van het verandertraject is er veel onnodige ruis ontstaan tussen wijkteams in wording en de bestaande instellingen.
  • Onduidelijke toekomst medewerkers:De hervorming van het sociaal domein vraagt een andere manier van werken: ondernemend, vraaggericht en resultaatgericht en daarbij vooral de burger prikkelen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven. Die omslag vraagt veel van de medewerkers. In Leeuwarden is vanuit de gemeentekant lang benadrukt dat de nieuwe wijkteams via een open sollicitatieprocedure bemenst zouden moeten worden.  Een stellingname die niet alleen formeel juridisch dubieus is, maar vooral ook veel onnodige onzekerheid bij medewerkers veroorzaakte; een belemmering om enthousiast mee te doen in de vernieuwing.
  • Onenigheid over rolverdeling gemeente – instellingen:Bij de hervorming van het sociaal domein speelt de gemeente een sleutelrol. De gemeente vertaalt de verantwoordelijkheid voor resultaat met een sterk verminderd budget en onder een stevige tijdsdruk naar sturing op allerlei uitvoerende zaken zoals werkwijze en taken wijkteams, keuze van het registratiesysteem voor wijkteams, e.d. Als beleidsbepaler, financier en toezichthouder heeft de gemeente alle touwtjes in handen. Vanuit die positie zijn in het hervormingsproces de uitvoerende instellingen voortdurend geconfronteerd met door de gemeente opgelegde uitvoeringskeuzes. Het effect is dat de uitvoerende instellingen zich niet verantwoordelijk voelen voor die keuzes en daardoor lekt draagvlak voor het gezamenlijke proces weg.

Leeuwarder-lessen

Het lokale sociaal domein succesvol hervormen vraagt om:

  • Omschrijving van ambitie: wat wil de gemeente bereiken en binnen welke (financiële) randvoorwaarden?
  • Uitwerking van noodzakelijke gezamenlijke vernieuwing op basis van gemeentelijke ambitie, met onderscheid naar:
    • Samenwerking in het hulpverleningsproces (samen de zorg bieden die nodig is)
    • Samenwerking in vernieuwing en borgen kwaliteit; dit vraag ook om bundelen en onderhouden van kennis en expertise en samen trainen en scholen van uitvoerende medewerkers (zowel van de wijkteams als van de gespecialiseerde zorg)
    • Samenwerking op bedrijfsvoeringsthema’s; (bijv. inrichting administratie, gekozen applicaties, e.d.). Stroomlijnen en gezamenlijk uitvoeren van bedrijfsvoeringstaken versterkt de inhoudelijke samenwerking en vermindert de kosten van overhead.
  • Beperking van  het aantal betrokken instellingen in de eerste fase, door de benoeming van kernpartners; met alle betrokkenen (veelal tussen 70 en 100) aan de slag gaan leidt tot een onbeheersbaar proces;
  • Opstellen van een gezamenlijk veranderplan (gemeente en instellingen), gericht op realisatie van vernieuwing met daarin fasering, doorlooptijd, projectmatige aanpak uitvoering en duidelijke taakverdeling.
  • Bestuurlijk vastleggen van gezamenlijk overall commitment van gemeente en uitvoerende instellingen voor de uitvoering van het veranderplan en de bijdragen van de betrokken partijen daarbij.
  • Een bestuurlijke stuurgroep die de projectorganisatie aanstuurt en de voortgang bewaakt, inclusief de afgesproken bijdragen van de betrokkenen.
  • Het zoeken naar de mogelijk gezamenlijk oplossingen voor problemen die bepaalde keuzes voor individuele instellingen met zich meebrengen.

Tot slot: ‘Zonder wrijving geen glans’ is mijn motto als extern veranderadviseur. Als bestuurder met weinig invloed op de inrichting van het veranderproces heb ik ervaren dat het niet gemakkelijk opereren is. Van de andere kant realiseer ik me dat geruisloos veranderen niet bestaat. Er zullen dus in de toekomst ‘wrijvingspunten’ blijven. De kunst is om ze te benoemen en gezamenlijk te leren van de manier waarop ze getackeld kunnen worden.

Meer weten?

Ernst Janssen is directeur-bestuurder van Wellzo in Leeuwarden. De auteur heeft dit artikel vooral geschreven vanuit zijn ervaringen bij de stichting Wellzo. Hij bedankt verschillende collega’s, die eerdere versies van dit artikel hebben tegengelezen, in het bijzonder An Luttikholt. U kunt Ernst Janssen bereiken via tel. nr. 06 15 47 92 99.

Uitdaging met zorgvuldige invoering PGB

Lees het gehele artikel

Telengy-adviseur Evelien van Deursen werkt momenteel binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch aan de invoering van het trekkingsrecht PGB. Evelien coördineert de werkgroep die zich hiermee bezighoudt.

Ingrijpende verandering

De decentralisaties in het sociaal domein hebben grote gevolgen voor houders van een persoonsgebonden budget, oftewel ‘PGB’; een subsidie van het Rijk waarmee een zorgbehoevende zijn of haar eigen zorg kan inkopen. Deze mensen hebben sinds 1 januari 2015 met het trekkingsrecht te maken; klanten met een PGB voor Wmo en Jeugdhulp ontvangen hun tegemoetkoming niet meer op hun eigen rekening. Om fraude te voorkomen heeft het Rijk de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aangewezen om het PGB te beheren en te betalen aan de zorgverleners. In ’s-Hertogenbosch gaat het om ongeveer 1.200 inwoners. De invoering van deze verandering voor budgethouders gaat niet zonder slag of stoot. De nieuwe werkwijze zorgt in sommige gevallen voor problemen, waaronder onduidelijkheid over betalingen waardoor er bijvoorbeeld nog niet wordt gedeclareerd bij de SVB. Om de omvang van de problematieken rondom het PGB te beperken en te zorgen dat de zorgcontinuïteit niet in het gedrang komt is in ’s-Hertogenbosch, naast de geformeerde werkgroep, een klein en slagvaardig noodteam opgericht dat op een effectieve manier kan schakelen met de SVB en de klant.

Evelien: “Als coördinator van de werkgroep PGB is het mijn taak om alle ontwikkelingen in het sociaal domein in de gaten te houden: een mooie en brede uitdaging. Het betreft namelijk de taakgebieden voor het beleid Wmo, beleid Jeugd, beleid Beschermd Wonen en de uitvoering van de Wmo, Jeugd, financiën en informatievoorziening. De opdracht van de werkgroep is geslaagd wanneer de herstelacties van de SVB zijn verdeeld en de processen voor het PGB juist zijn ingebed. Het is daarnaast ook belangrijk dat er voldoende duidelijkheid is over deze nieuwe manier van werken en dat de verantwoordelijkheden zijn belegd binnen de organisatie. Ten slotte zal de werkgroep worden overgedragen aan de lijnafdeling.”

Onderzoek

De gemeente ’s-Hertogenbosch wil ervoor zorgen dat PGB-houders zo min mogelijk hinder ondervinden van de aanloopproblemen bij de SVB en dat continuïteit van de zorg gewaarborgd is. Om de aanloopproblemen rondom de SVB in ‘s-Hertogenbosch in kaart te brengen heeft de gemeente zelf een onderzoek gehouden onder de PGB-houders. Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe uitbetaling van het PGB door de SVB vooralsnog voor de meeste PGB-houders in ‘s-Hertogenbosch geen invloed heeft op de zorg en ondersteuning die zij krijgen. De meeste PGB-houders hebben hun zorgovereenkomst opgestuurd naar de SVB en twee derde heeft ook al één of meerdere declaraties ingediend. Uit het onderzoekt blijkt ook dat een deel nog niets heeft gedeclareerd. De nieuwe werkwijze, waaronder de hoogte van het PGB-saldo en informatie over het vrij te besteden deel, blijkt niet duidelijk genoeg gecommuniceerd in de ogen van de ondervraagden. Daarnaast is een groot deel ontevreden over de dienstverlening van de SVB. Belangrijkste aanbevelingen uit het onderzoek aan de SVB zijn dan ook tijdige en correcte betalingen en duidelijke manier van communiceren. ‘s-Hertogenbosch gaat direct over tot actie door onder andere meer samenwerking te zoeken met de SVB.

In een brief aan staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) doet de gemeente ‘s-Hertogenbosch een klemmend verzoek voor een betere PGB-afhandeling: link. (Bron: Omroep Brabant)

Meer weten?

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Evelien van Deursen, adviseur bij Telengy, via tel. nr. 06 50 28 03 07 of via e-mail: e.v.deursen@telengy.nl.

Terugblik op deelname aan Overheid 360

Lees het gehele artikel

Op woensdag 22 april jl. hebben Telengy-adviseurs Ton de Wit, Ruud Groot en Frank Verberne een sessie verzorgd op de Jaarbeurs Overheid 360º. De bezoekers van deze sessies willen wij hartelijk danken voor hun interesse en hun interactieve houding, wat heeft bijgedragen aan de inhoudelijke kwaliteit van de sessies.

Jaarbeurs Overheid 360° helpt bestuurders, managers, beleidsmedewerkers en informatieprofessionals antwoorden te vinden en ideeën op te doen voor de (informatie)vraagstukken in hun dagelijks werk. Het is dan ook een ontmoetingsplek voor iedereen die zich dagelijks bezighoudt met het optimaliseren van de veranderende overheid en de dienstverlening met de burger. Jaarbeurs Overheid 360° biedt een scala aan activiteiten aan rondom de domeinen:

  • Zorg & Onderwijs
  • Burger & Bedrijf
  • Leefomgeving & Veiligheid
  • Innovatie & Bedrijfsvoering

Hieronder een impressie aan de hand van enkele foto´s.

Ton Overheid 360º

Boven: Debat onder leiding van Ton de Wit: “Innovatie informatievoorziening bij de overheid”
Onder: 
Sessie Ruud Groot en Frank Verberne over de transformaties in het Sociaal Domein: “Hoe is het mogelijk?”

Ruud Overheid 360º   Frank Overheid 360º

Meer weten over Overheid 360º?

Heeft u (één van) onze sessie(s) bezocht tijdens Overheid 360º 2015 en wilt u de presentatie rustig teruglezen? Of heeft u de beurs helaas niet kunnen bezoeken, maar was u wel geïnteresseerd in de inhoud van onze sessies? U kunt de presentaties opvragen via een e-mailbericht naar: info@telengy.nl. De volgende editie van Jaarbeurs Overheid 360º zal plaatsvinden op woensdag 20 april en donderdag 21 april 2016. Zet u deze datums alvast in uw agenda!