Auteursarchief: Roel Ottens

Grip op datagedreven werken (2)

Lees het gehele artikel

Grip houden op het daadwerkelijk datagedreven werken betekent het organiseren van de processen, procedures, afspraken en maatregelen.

Datagedreven werken is een begrip dat steeds meer genoemd wordt in de wandelgangen van gemeenten. Om de onderlinge samenhang van data projecten te waarborgen is er grip nodig. Dit kan een gemeente ondersteunen om efficiënt en effectief doelstellingen te realiseren. Daarnaast zorgt het voor een transparante verantwoording aan belanghebbenden zoals gemeenteraad, inwoners, ondernemers, bezoekers en samenwerkingspartners.

Het eerste artikel van deze reeks richtte zich op sturen, visie, missie en de datastrategie om op hoofdlijnen te bepalen op welke wijze de gemeente maatschappelijke opgaven wil oplossen met behulp van data. Grip houden op het daadwerkelijk datagedreven werken betekent het organiseren van de processen, procedures, afspraken en maatregelen.

In dit tweede artikel staat grip op datagedreven werken door organiseren centraal:

  • grip door sturen;
  • grip door organiseren;
  • grip door transparantie;
  • grip door toezicht houden.

Grip door organiseren

Om grip te houden moet er veel ingeregeld worden op alle niveaus van de organisatie. Het ministerie van Justitie en Veiligheid stelde het onderstaande raamwerk samen voor een organisatie die datagedreven werkt.

Figuur 1 Ministerie Justitie en Veiligheid

De organisatie

Een gemeente heeft een buitengewoon complexe organisatiestructuur. De keuze waarop datagedreven werken ingebed wordt, is cruciaal voor het vormen van een datagedreven gemeente. Veel gemeenten kiezen voor één centraal team, bijvoorbeeld het CDO (Chief Data Office), dat in sterke verbinding staat met verschillende decentrale uitvoeringsteams. Dit zorgt voor meer samenwerking en uitwisseling. Gedecentraliseerde vormen kunnen zorgen voor verschillende werkwijzen binnen de organisatie en uiteindelijk tot tegenstrijdigheid leiden.

Het CDO kan het beste werken volgens een vaste methodologie met de juiste technologie bij elk project. Zodat de werkzaamheden aansluiten bij de vastgestelde doelstellingen. Datagedreven werken leent zich voor een iteratieve werkwijze. Het kortcyclisch werken geeft ruimte om projecten aan te passen naar de behoefte van de organisatie of de eindgebruiker. Daarnaast kan er bijgestuurd worden wanneer een project niet binnen de uniforme voorwaarden en standaarden lijkt te blijven of zijn maatschappelijke doelstellingen niet lijkt te halen.

Infrastructuur

Door de technologische vooruitgang is het steeds beter en eenvoudiger mogelijk om een infrastructuur te bouwen die flexibel en schaalbaar is. Om een snel en effectieve gegevensuitwisseling te organiseren, te voldoen aan de privacywet en efficiënt om te gaan met data kunnen gemeenten werken via het Common Ground principe. Voor het uitwisselen van gegevens richt dit principe zich op het loskoppelen van data van werkprocessen en applicaties en het bevragen van data bij de bron. Waardoor gegevens voor de gemeenten en andere bevoegde partijen effectief toegankelijk zijn.

Data- en informatiemanagement

CDO’s hebben het meeste grip als ze de data governance hebben ingericht op bestuurlijk, strategisch, tactisch en operationeel niveau.

De RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid omschrijft data governance als een set aan (besluitvormings)processen, waarmee de belangrijkste ‘data-assets’ gestuurd, gecoördineerd en beheerst worden en waarmee tevens de kwaliteit van de data gegarandeerd kan worden. De kwaliteit van de datagedreven producten zijn direct afhankelijk van de kwaliteit van de data. De data zal nooit 100% zijn, dit is ook niet nodig om waarde uit de data te halen, maar het moet wel duidelijk zijn wat de kwaliteit is om vervolgens reële conclusie te kunnen trekken uit de analyses. Het ministerie van Justitie en Veiligheid benoemde de volgende hoofdthema’s die voor datagovernance verder uitgediept moeten worden om goed met data om te gaan.

Figuur 2 Ministerie Justitie en Veiligheid

Inzichten gedreven besluitvorming

Wanneer een gemeente de keuze maakt om meer datagedreven te werken moet er niet alleen maar met data gewerkt worden, maar deze data moet ook omgezet worden naar inzichten en gebruikt worden voor beleids- of besluitvorming. Dit proces van waarderealisatie kan geborgd worden, door afspraken te maken met de eindgebruiker over:

  • waarom informatie essentieel is voor betere besluiten of beter beleid;
  • waar in het besluit- of beleidsvormingsproces de inzichten uit de activiteit gebruikt gaan worden;
  • op basis van welke factoren een besluit gaat plaatsvinden;
  • welke inzichten zijn er nodig om het besluit- of beleidsvormingsproces goed te ondersteunen.

Uiteindelijk moet de datagedreven activiteit waarde opleveren voor de eindgebruiker en de belanghebbende.

Datavakmanschap

Er is datavakmanschap nodig van CDO-medewerkers die een primaire rol hebben in het datagedreven proces. Onder datavakmanschap wordt de kennis en kunde verstaan om inzichten te verkrijgen uit data- en informatieproducten, op de hoogte zijn van wet- en regelgeving en instrumenten in handen hebben om hier aan te kunnen voldoen en bewust en verantwoord om te gaan met het gebruik van data. Het CDO is multidisciplinair en bestaat uit medewerkers met soms meerdere rollen en verschillende expertises en specialisaties. Rollen in het team kunnen variëren op basis van het project of manier van werken.  Afhankelijk van de omvang en de datavolwassenheid van de gemeente kunnen onderstaande rollen onderscheiden worden.

Figuur 3 Stichting ICTU

Goed opgeleide medewerkers kunnen niet alleen hun taken verantwoord en efficiënt uitvoeren, zij kunnen gemeente breed meedenken, zij begrijpen de implicaties van hun werkzaamheden en kunnen anticiperen wanneer er risico’s dreigen te ontstaan.

Competentie ontwikkeling

Tot slot kan de gemeente alleen grip houden op datagedreven werken in een databewuste cultuur. Hiermee wordt bedoeld dat medewerkers nadenken op welke wijze datagedreven werken invloed heeft op de organisatie en de organisatiedoelstellingen. Hiervoor moeten zij datageletterd zijn, datageletterdheid wordt vaak omschreven als de vaardigheid om effectief met data te kunnen werken. Dit geldt voor alle medewerkers die datagedreven werken, inclusief de medewerkers die werken met de informatie uit dit proces.

Bronnen

De inspiratie voor de serie Grip op datagedreven werken heb ik gehaald uit de presentatie van Ger Manders over Governance in Samenwerking en Paul Jansen over Architectuur, GEMMA en Common Ground. Beide presentaties waren onderdeel van de Telengy Academy.

De vertaling naar de praktijk heb ik kunnen maken met de hulp van mijn collega’s die 25 jaar actief zijn in de gemeentelijke wereld.

De kennis in de serie komt uit de volgende bronnen:

Meer weten?

Voor meer informatie over een van deze trajecten of over de inzet van onze adviseurs, kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

Actualisatie Who regelt overheidsinformatie voor een betere toekomst

Lees het gehele artikel

Het GPS-systeem werd in 1978 gelanceerd door het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten. In 1983 werd GPS vrijgegeven voor het publiek waardoor het aantal toepassingen enorm is toegenomen, denk aan GPS in de auto, het vliegverkeer en apps op de telefoon. Ook als we ’s ochtends op onze telefoon kijken wat voor weer het wordt die dag, maken we gebruik van meteorologische informatie gefinancierd door de overheid.

Op basis van overheidsinformatie kunnen nieuwe producten en diensten met sociale of economische doeleinden worden ontwikkeld. Dat stimuleert de lokale economie en het levert meerwaarde op voor de burgers en bedrijven die de toepassingen gaan gebruiken. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan visualisaties op internet van informatie met een ruimtelijke component en apps.

De Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) is bedoeld om de openheid en het hergebruik van gegevens, die door o.a. gemeenten worden beheerd, te verbeteren.

Actualisatie 2022

De Europese Richtlijn (PSI-richtlijn), basis van de Who, is geëvalueerd en herzien in 2019, met het idee de snel ontwikkelende en vooral het potentieel van data in de vorm van big data-analyse en artificiële intelligentie beter te benutten. De nationale actualisatie van de Who vindt medio 2022 plaats. Het doel van deze wijziging is om overheidsdata beter en sneller beschikbaar te krijgen en toegankelijker te maken en de regelgeving in de lidstaten van de EU te harmoniseren. Het herzieningsvoorstel heeft voor gemeenten betrekking op onder meer:

  • Richtlijnen voor verzoeken om hergebruik van data.
  • Het beschikbaar stellen van dynamische en realtime data, inclusief onderzoeksdata.
  • Het vaststellen van een gemeenschappelijke lijst van high value datasets.

Praktische toepassing voor gemeenten

Om het gebruik van open data te bevorderen en innovatie in producten en diensten te stimuleren, stelt deze herziene Who een pakket minimumvoorschriften vast voor het hergebruik en de praktische regelingen om het hergebruik te faciliteren. Praktisch zou dit het volgende voor de gemeenten kunnen betekenen.

Verzoeken

Verzoeken moeten wanneer mogelijk en passend langs elektronische weg plaatsvinden. Er kunnen termijnen gebonden zijn aan verzoeken, zo noemt de Europese richtlijn 20 werkdagen bij een uitgebreid of ingewikkeld verzoek. Ook moet de gemeente bij een afwijzing, de mogelijkheid bieden tot herziening door een onpartijdige herzieningsinstantie die over de nodige deskundigheid beschikt.

Gemeenten zullen regelingen moeten treffen en capaciteit vrij moeten maken om een Who-verzoek te faciliteren en in behandeling te nemen. Voor de opgevraagde informatie kan alleen een terugvordering worden gerekend voor de marginale kosten. Dit kan bijvoorbeeld kosten zijn voor de  anonimisering van persoonsgegevens en voor maatregelen ter bescherming van commercieel vertrouwelijke informatie.

Beschikbaarheid datasets

Datasets moeten beschikbaar worden gesteld indien mogelijk en passend, elektronisch, in formaten die open, machinaal leesbaar, toegankelijk, vindbaar en herbruikbaar zijn en samen met hun metadata. Zowel het formaat als de metadata dienen zo veel mogelijk aan formele open standaarden te voldoen.

Daarnaast is het goed vindbaar maken van data, zodat bijvoorbeeld collecties goed doorzocht kunnen worden een speerpunt. Verschillende gemeenten stellen hun data al actief openbaar beschikbaar.  Neem bijvoorbeeld eens een kijkje op de open dataportalen van de gemeenten AmsterdamArnhemNijmegen of Rotterdam. Daarbij heeft het de voorkeur om de data via passende API’s of in de vorm van een bulksgewijze download aan te bieden.

High Value Datasets

Nederland wordt verplicht om overzichtslijsten van de belangrijkste documenten met relevante metagegevens te maken, die het zoeken naar beschikbare herbruikbare documenten vereenvoudigen. De overzichtslijst bestaat uit de volgende thematische categorieën: geospatiale data, aardobservatie en milieu, meteorologische data, statistiek, bedrijven en eigendom van bedrijven, mobiliteit. De gemeenten hebben data in handen over deze thema’s. De kans is groot dat zij zogenoemde high value datasets beschikbaar moeten gaan stellen. Aan de high value datasests worden de volgende eisen gesteld:

  1. kosteloos beschikbaar;
  2. zijn machinaal leesbaar;
  3. worden via API’s beschikbaar gesteld, en
  4. worden, in voorkomend geval, in de vorm van bulksgewijze downloads verstrekt.

De gemeente kan al voorspellen welke datasets hiervoor in aanmerking komen, dit gebeurt namelijk op basis van de beoordeling van hun potentieel om:

  1. belangrijke sociaal-economische of ecologische baten en innovatieve diensten te genereren;
  2. een groot aantal gebruikers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, ten goede te komen;
  3. bij te dragen aan het genereren van inkomsten, en
  4. gecombineerd te worden met andere datasets.

Aan de slag in 2022

Wanneer gemeenten bezig zijn met data kunnen zij alvast voorsorteren op het hergebruik van overheidsinformatie:

  • De Who verplicht overheden een actieve bijdrage te leveren aan hergebruik door zo veel mogelijk relevante informatie als open data beschikbaar te stellen. De gemeente kan een analyse maken welke databronnen hergebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld data uit de openbare ruimte, geografische data, statistieken over de bevolking en over toekomstige ontwikkelingen. Prioriteer daarbij welke datasets vermoedelijk High Value Datasets worden en stel hier extra eisen aan.
  • Wanneer er in andere projecten data ontsloten wordt, zorg ervoor dat de informatie zo wordt gepresenteerd dat gebruikers deze meteen en vrij, in een ‘open standaard’, kunnen toepassen.
  • Voor data die in Cloud oplossingen of extern staan, maak afspraken met de betreffende leverancier om de gewenste data structureel beschikbaar te stellen.
  • Verschillende gemeenten experimenteren al met toegangsportalen en beheerunits om deze datasets beschikbaar te stellen. Ontwerp en ontwikkel deze dienst en denk o.a. na in het ontwerp over de informatieveiligheid, privacy en het beschikbaar stellen van data via API’s.

Tot slot

Graag wil ik meegeven hoe waardevol hergebruik van informatie kan zijn. Als gemeente kunt u werkelijk een wezenlijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van uw gemeente en Nederland, net zoals u dat doet in andere maatschappelijke taken die u vervult. De Who is geen last, maar een kans voor transparantie, innovatie en ondersteuning van de lokale inwoners en ondernemingen.

Bronnen

Meer weten?

Voor meer informatie over een van deze trajecten of over de inzet van onze adviseurs, kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

Grip op datagedreven werken (1)

Lees het gehele artikel

“De Nederlandse overheid doet veel met data. Alleen komt de overheid vaak nog niet ver genoeg: de juiste randvoorwaarden ontbreken vaak zowel technisch, ethisch als wettelijk, en weinig pilots halen opschaling naar de praktijk. Het wiel wordt steeds opnieuw uitgevonden. Weinigen staan op de schouders van anderen, omdat ieder project en iedere organisatie in isolatie lijkt te staan”

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datagedreven werken is een begrip dat steeds meer genoemd wordt in de wandelgangen van gemeenten. Al werken we al jaren met data, het gaat er nu om dat we dit proces automatiseren, optimaliseren en dat we steeds meer verschillende data samenvoegen. Bij veel gemeenten zien wij dat er op verschillende plekken in de gemeente gestart wordt met een pilot of een project met data. Voor ambtenaren, raadsleden en burgers is het vaak niet te achterhalen welke datagedreven projecten zich allemaal ontplooien bij gemeenten, of data verantwoord gebruikt en verwerkt wordt en of beoogde maatschappelijke doelstellingen bereikt worden.

Waarborgen onderlinge samenhang

Om de onderlinge samenhang van data projecten te waarborgen is er grip nodig. Dit kan een gemeente ondersteunen om efficiënt en effectief doelstellingen te realiseren. Daarnaast zorgt het voor een transparante verantwoording aan belanghebbenden zoals gemeenteraad, inwoners, ondernemers, bezoekers en samenwerkingspartners.

In dit artikel een eerste aanzet vanuit verschillende perspectieven om grip te krijgen en te houden op de samenhang van dataprojecten in gemeenten waar datagedreven werken wordt ontwikkeld. Deze invalshoeken proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij reguliere gemeentelijke processen en structuren. In de komende reeks van artikelen beschrijf ik de volgende perspectieven:

  • grip door sturen;
  • grip door organiseren;
  • grip door transparantie;
  • grip door toezicht houden.

In dit artikel staat grip op datagedreven werken door richting centraal.

Grip door sturen

CDO-office

 “De CDO is aanvoerder van de databeweging en draagt data als belangrijke ‘asset’ van de organisatie uit, zowel intern als extern.”

Onderzoek van ICTU naar de Chief Data Officer

Data is niet alleen technisch of alleen operationeel bruikbaar, data spelen een zodanig grote rol voor het vervullen van maatschappelijke opgave dat deze belegd dient te worden in een strategisch functie, de Chief Data Officer. Het aanstellen van deze rol gaat gepaard met het ontwikkelen een Office of the Chief Data Officer (OCDO). Een volwassen CDO-office is in staat om de behoeften vanuit de primaire processen te verbinden met de data, analyse en IT-skills van een gemeente, zonder de verantwoordelijkheid van een van deze ‘afdelingen’ over te nemen. Kortom één van de eerste stappen voor grip bij datagedreven werken.

Bestuurlijk draagvlak

In het artikel Democratisch Datagedreven Beleid geef ik aan dat bestuurlijk draagvlak onmisbaar is om een datagedreven beleid mogelijk te maken. Gemeente die vooroplopen met datagedreven werken, hebben vrijwel altijd een ambassadeur op bestuurlijk niveau. De directie kan op verschillende wijze bijdragen aan grip op datagedreven werken:

Daarnaast geeft het onderzoek van ICTU aan dat Chief Data Officers het meest succesvol zijn wanneer ze de volledige steun hebben van hun bestuurlijke en ambtelijke eindverantwoordelijken. Immers, het datagedreven werken is een organisatieverandering waarvoor de bestuurlijke en ambtelijke leiding verantwoordelijk voor is.

Bestuurlijke steun, een spraakmakend organisatiebesluit en -mandaat geeft de CDO-office meer grip en geloofwaardigheid in de datagedreven transitie.

Datastrategie

Voor een gemeente is het van belang dat het vanaf het begin duidelijk is hoe er datagedreven wordt gewerkt. Een datastrategie schetst op hoofdlijnen hoe de gemeente kansen om maatschappelijke opgaven met data op een effectieve manier aan te gaan vaker en beter kan realiseren, waarbij risico’s van datagebruik goed worden afgewogen. Een strategie zorgt ervoor dat we handelen vanuit één gezamenlijke idee voorbij ongestructureerd data- pilots en projecten. In de strategie staan gedeelde voorwaarden om zowel experimenten uit te kunnen voeren als op te schalen.

Kaderstelling

Wanneer datagedreven werken genoemd wordt is de reactie al snel: risico’s. De gemeenteraad dient te worden gevraagd welk risico’s zij durft te nemen met het middel datagedreven werken om de gestelde doelstellingen te bereiken. Uit onderzoek van het Rhatenau Instituut blijkt dat de gemeenteraad goede voorlichting kan gebruiken wanneer het om digitaliseringsvraagstukken gaat.

Bij het vormen van een kader kunnen gemeenteraden gebruik maken van het instrument van de Utrechtse Dataschool: de DataWijzer. Op deze manier kunnen raadsleden en daarmee partijen een beeld-, oordeel, en besluitvormen over de kaders waarbinnen datagedreven werken mag en kan plaatsvinden.

Bronnen

De inspiratie voor de serie Grip op datagedreven werken heb ik gehaald uit de presentatie van Ger Manders over Governance in Samenwerking bij de Telengy Academy. Daarnaast heeft Ger extra bijgedragen met een scherpe blik en constructieve feedback.

De vertaling naar de praktijk heb ik kunnen maken met de hulp van mijn collega’s die 25 jaar actief zijn in de gemeentelijke wereld.

De kennis in de serie komt uit de volgende bronnen:

Meer weten?

Voor meer informatie over een van deze trajecten of over de inzet van onze adviseurs, kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

Democratisch datagedreven beleid

Lees het gehele artikel

“Diverse maatschappelijke ethische vragen, bijvoorbeeld over inzicht in algoritmen of een eerlijke data-economie, staan veel nadrukkelijker op de agenda… Op andere terreinen zijn thema’s wel geagendeerd, maar nog niet vertaald naar concrete beleidsmaatregelen.”

Kool, L., E. Dujso, en R. van Est (2018).

Het is een zoektocht op welke wijze datagerelateerde (ethische) vraagstukken vertaald kunnen worden naar beleid. Er kunnen verschillende oorzaken aangedragen worden waarom dit lastig is: gebrek aan kennis, ontbrekende wet- en regelgeving, een andere focus of diffuse verantwoordelijkheid. Voor datagedreven werken waar inwoners en publieke waarden centraal staan, is democratisch datagedreven beleid essentieel. In dit artikel staat een aantal aanbevelingen om dat te organiseren.

Hoofdrolspelers in beleid

Bestuurlijk draagvlak is onmisbaar om een democratisch datagedreven beleid mogelijk te maken. Organisaties die vooroplopen met datagedreven werken, hebben vrijwel altijd een ambassadeur op bestuurlijk niveau. Een ambassadeur kan vanuit een maatschappelijke vraag betrokken zijn bij een dataproject. Hij/zij kan de andere bestuurders en de samenleving voorlichten wat de meerwaarde van een datagedreven project is. Voor de ambtelijke organisatie is dit vaak de portefeuillehouder. Hij of zij is verantwoordelijk voor het verbinden van datagedreven werken aan beleidsdoelen en daarmee maatschappelijke vraagstukken. Hierdoor wordt het onderwerp meer grijpbaar voor de hele organisatie.

De tweede groep die geïdentificeerd kan worden, zijn de belanghebbenden. Wanneer we datagedreven werken op een democratische wijze willen ontwikkelen en implementeren, kunnen we hun waarden, belangen, verwachtingen en zorgen beter in het ontwerp meenemen. Bovendien draagt participatie van gebruikers bij aan hun begrip van de technologie (en bijbehorende regelgeving). Dit verstevigt de kennisbasis van beleidsmakers en ontwikkelaars en bevordert de acceptatie en legitimiteit van overheidsbeslissingen.

De gemeenteraad, zoals ik in mijn vorige artikel bepleitte, is verantwoordelijk voor de ethische kaders van datagedreven werken bij gemeenten. In de volgende paragraaf hoe de raad ondersteund kan worden tot het komen tot kaders.

Volksvertegenwoordigers aan zet

Het onderwerp moet duidelijk op de kaart staan. Bij de gemeente Kapelle was de aanleiding een  beeldvormende informerende sessie waarin de rol van de volksvertegenwoordigers centraal stond in het bewaken van de publieke waarden bij datagedreven plannen van de gemeente. Bij de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch ontstond urgentie door de volgende vragen van de rekenkamer:

  1. Bent u als raad voldoende op de hoogte op welke beleidsterreinen (welke) data analyses worden uitgevoerd, wat het doel is van deze analyses, en in hoeverre geautomatiseerde beslisregels (algoritmen) worden gebruikt?
  2. Onderschrijft u de stelling dat er kaders ontbreken op basis waarvan het college tot politiek gedragen uitvoering kan komen waar het de toepassing betreft van complexe data analyses en algoritmen m.b.t. de realisatie van beleidsdoelstellingen? Bent u het met de rekenkamercommissie eens dat er een verantwoordelijkheid voor de raad is om kaders te stellen aan het gebruik van data-analyses en algoritmen door de gemeente?
  3. Onder welke voorwaarden vindt u het acceptabel dat er voor de uitvoering en ontwikkeling van beleid gebruik wordt gemaakt van complexe data-analyses en algoritmen? Wat vindt u echt niet acceptabel en wat wel?Eventuele hulpvragen hierbij:
    • Welke eisen moeten gesteld worden aan algoritmes die worden gebruikt?
    • In hoeverre heeft de burger zicht en invloed op de gegevens die over hem/haar worden verzameld door de gemeente?
    • Met wie mag de gemeente data delen?
    • Onder welke voorwaarden mogen data van externe partijen (die misschien de grenzen van het mogelijke opzoeken) worden gebruikt?
  4. Vindt u, met ons, dat u voor de invulling van uw kaderstellende en controlerende taken, op dit onderwerp, inzicht nodig heeft in:
    • Welke gemeentelijke data-projecten er lopen?
    • Waarom deze projecten lopen (oftewel: wat is de initiële doelstellingen en waarom wordt hiervoor gebruik gemaakt dan data)?
    • Welke data er, op hoofdlijnen, gebruikt worden in deze projecten?

Denkramen, kaders en controlemechanieken

Bovenstaande vragen verplaatsen het gesprek van het ingewikkelde en technisch thema naar de juiste vragen stellen en maatschappelijke vraagstukken. Om deze vraagstukken goed te beantwoorden hebben raadsleden denkramen, controlemechanieken en het ethische kaders nodig. Zij kunnen bijvoorbeeld gewezen worden op:

  • Het denkraam van het Rhatenau Instituut gepresenteerd in het rapport Raad weten met digitalisering;
  • De DataWijzer voor gemeenteraadsleden van de Utrechtste Data School en de rekenkamercommissie van ’s-Hertogenbosch.

Uiteindelijk moeten kaders, al dan niet met hulp, ontwikkeld en vastgesteld worden. Digitalisering en datagedreven werken blijven uitermate complexe thema’s. Om het college en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd te ondersteunen, start een aantal gemeenten experimenten met een ethische adviescommissie. Gemeente Utrecht, Eindhoven, Amersfoort en Enschede geven hier op verschillende wijze invulling aan. Sommige gemeenten werken bijvoorbeeld met hoogleraren en andere met experts uit het werkveld.

Datagedreven projecten staan voor veel gemeenten nog in de beginfase. De komende jaren zullen deze projecten en de bijbehorende technologie exponentieel groeien. Een analyse van de gemeenteraad voor elk project is in de toekomst niet werkbaar en tijdrovend.  De raad moet bij de ontwikkeling van datagedreven werken en de bijbehorende nieuwe technologieën een waardenkader afwegen, zodat het college en de ambtelijke organisatie dit kan vertalen naar beleid en de raad vervolgens de uitvoering kan controleren.

 Invloed op datagedreven werken

Een krachtig mechanisme van de gemeenteraad is zeggenschap over de financiële middelen. De gemeenteraad kan eisen aan projecten stellen aan datagedreven projecten en alleen middelen beschikbaar stellen wanneer maatschappelijke meerwaarde en oog voor maatschappelijk ethische kwesties is bewezen.

Grotere gemeenten ontwikkelen nu al strategieën en visies op gebruik van data. Een goed voorbeeld hiervan is:

Om meer zichtbaarheid te geven aan het beleid, kan de ambtelijke organisatie datagedreven werken opnemen in het informatiebeleidsplan. Niet alleen een paragraaf over de technologie en investeringskosten, maar ook de maatschappelijke impact en ethische effecten. Daarnaast doet de gemeente er verstandig aan om bij datagedreven projecten doelen te vertalen naar KPI’s om inzichtelijk te maken wat een project bereikt en analyses met voorziene en potentiële effecten toe te voegen.

Beleid communiceren naar de praktijk

Wanneer de richtlijnen, het beleid en het ethisch kader ontwikkeld zijn, moet er vorm worden gegeven aan het beleid. Voor de ambtelijke organisatie is ethiek vaak nieuw. Bespreek met de ambtelijke organisatie de professionele afwegingen, welke verantwoordelijkheid bij de ambtenaar ligt en wat aan de politiek is. Leer ethische problemen in dataprojecten, datamanagement en databeleid te herkennen door De Ethische Data Assistent (DEDA) te gebruiken van de Utrechtste Data School.

Vertaal beleid naar een handzaam en werkbare documenten, templates of sjablonen. Waardoor bij ieder dataproject de ethiek en de maatschappelijk impact vooraf centraal staat en achteraf gecontroleerd kan worden of hiernaar gehandeld is.

Tot slot transparantie

Transparantie en het afleggen van verantwoording zijn essentieel voor goed openbaar bestuur. Dit geldt zeker ook bij democratisch datagedreven werken. Transparantie zorgt er onder andere voor dat burgers voor hun rechten kunnen opkomen. Alleen met goed inzicht in datagedreven projecten, kunnen zij controleren of deze in lijn is met wat zij belangrijk vinden. Transparantie kan deels al worden geborgd in het ontwerp. Afhankelijk van de gebruikte technologie kan er over verschillende zaken, op de juiste manier verantwoording worden afgelegd. Een goed voorbeeld is het algoritmeregister van de gemeente Amsterdam, bij het gebruik van algoritmes, waar de inwoners mogen weten welke algoritmes de gemeente Amsterdam gebruikt bij gemeentelijke dienstverlening. Per algoritme wordt de algemene informatie over de bedoeling en werking van het algoritme inclusief de meer gedetailleerde technische informatie gemeld.

Nu kunnen we met zijn allen aan de slag met datagedreven beleid voor de inwoners van de gemeente. 

Alle theoretische kennis in dit stuk heb ik te danken aan de volgende bronnen:

Meer weten?

Voor meer informatie over een van deze trajecten of over de inzet van onze adviseurs, kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

 

Datagedreven werken en de angst voor de raad

Lees het gehele artikel

“Ik roep ambtelijk Nederland op de politiek meer te betrekken bij datagedreven werken en dit niet alleen te zien als uitvoerende taak.”

De gemeente heeft behoefte aan informatie: we willen bijvoorbeeld weten hoeveel afval er wordt verwerkt, op welke wijze er hulp wordt geboden door het sociaal domein en hoeveel geld er wordt uitgegeven aan veiligheid. Om deze informatie te verkrijgen, maken we bij gemeenten steeds meer gebruik van datagedreven technologie. Deze technologie heeft veel voordelen, maar het is ook een middel waarbij de impact vaak verder reikt dan waar het in eerste instantie voor bedoeld is. De publieke waarden van burgers worden hierdoor geraakt (privacy, autonomie, veiligheid, controle over technologie, menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en machtsverhoudingen). Het beschermen van deze publieke waarden is de verantwoordelijkheid van lokale volksvertegenwoordigers. Zij stellen kaders op over welke wijze datagedreven technologie onze leefwereld mag bepalen. Helaas gebeurt dit niet altijd; datagedreven werken wordt vaak gezien als ‘bedrijfsvoering’ en is daarmee van de ambtelijke organisatie. Handig om dit op deze wijze praktisch te organiseren, maar dit is niet de plek om kaders te stellen over de invloed van datagedreven technologie op onze leefwereld.

Datagedreven werken en onze leefwereld

Datagedreven werken is in hoge mate wederkerig;

  • de uitkomsten van een datagedreven project: het meten van veel overlast in een wijk; 
  • kan ons handelen en beleid beïnvloeden: inzetten meer handhaving of politiecontrole met een streng beleid;
  • waardoor de leefwereld kan veranderen: meer boetes en arrestaties in die betreffende wijk;
  • waarmee de data wederom verandert: meer meldingen van geweld en agressie;
  • etc.

De inwerking van datagedreven werken op onze publieke waarden en onze leefwereld heeft invloed op inwoners. Inwoners die als individu weinig zicht hebben op:

  • wat er gebeurt bij de gemeente met gegevens;
  • welke processen van toepassing zijn;
  • welke keuzes voor hen gemaakt worden;
  • welke manier deze keuzes gemaakt worden.

Diegenen die aan de lat staan om datagedreven werken in goede banen te leiden zijn de Nederlandse lokale volksvertegenwoordigers, gemeenteraadsleden.

Politieke focus

Gemeenteraadsleden moeten kaders stellen en kritische vragen stellen bij de uitvoering waarbinnen de gemeentelijke organisatie datagedreven mag en kan handelen. Gemeenteraadsleden hebben het vaak druk, wachten op landelijke wet- en regelgeving en beschouwen datagedreven werken als digitalisering. Het Rhatenau Instituut (2020) stelt de volgende redenen vast waarom er weinig aandacht is voor digitalisering:

  • Raadsleden zijn zich weinig bewust van de impact van digitalisering. Het ontbreekt hen aan inzicht in de mogelijke effecten.
  • Raadsleden zien digitalisering vaak als een ingewikkeld en technisch thema en krijgen er moeilijk vat op. Hun primaire interesse ligt bij maatschappelijke thema’s.
  • Wethouders vinden de betrokkenheid van raadsleden belangrijk, maar willen niet dat raadsleden op de stoel van de wethouder gaan zitten. Vaak zien zij digitalisering als beleidsuitvoering, en daar gaan zij over.

Schuwe ambtenaren

Het gebrek aan focus van de politiek is één kant van het verhaal. Het laatste punt van de vorige paragraaf heeft betrekking op de ambtelijke organisatie. De wethouder en ambtenaren hebben naar mijn mening gelijk dat zij verantwoordelijk zijn voor de organisatie van datagedreven werken, maar zij vertegenwoordigen geenszins de bevolking om te mogen bepalen wat de ethische kaders zijn waarbinnen datagedreven werken mag plaatsvinden. In de praktijk is te zien dat ambtelijke afdelingen het oordeel van gemeenteraden schuwen om geen moeilijke en/of kritische vragen te hoeven beantwoorden of te moeten wachten op het besluitvormingsproces van de gemeenteraad. Het is praktischer om het onderwerp als een ambtelijke aangelegenheid te zien. De uitkomst kan zijn dat er ongecontroleerd data wordt verzameld en informatie wordt geleverd door de organisatie voor de organisatie en het bestuur, zonder dat de maatschappelijke impact is afgewogen door de gemeenteraadsleden.

Debat over normatieve kaders

Al eerder werd benoemd dat bij dataprojecten publieke waarden raakt en het steeds een afweging is in hoeverre dat wenselijk is. Informatie over inwoners raakt vaak de publieke waarden van inwoners. Denk aan het verzamelen van data voor surveillance waarbij veel data van onschuldige mensen wordt verzameld of een systeem voor vroeg signalering die via het combineren van verschillende databronnen de financiële situatie van inwoners analyseert. Deze voorbeelden kunnen leiden tot een verlies aan controle over data, discriminatie of gebrek aan controle over technologie. De politiek zou zich verschillende vragen moeten stellen of bijvoorbeeld in het eerste geval de privacy mag wijken voor de veiligheid van de inwoners. De afweging van deze publieke waarden hangt af van de normatieve kaders van de individuele volksvertegenwoordigers. De individuele kaders horen afgewogen te worden in een debat zodat er een gemeentelijke norm of waarden kader ontstaat. Uiteindelijk zorgt dit voor een responsief beleid waaraan ambtenaren, die de dataprojecten uitvoeren, zich kunnen conformeren.


Reactie van Fons Naterop, burgemeester van de gemeente Kapelle

“De gemeente levert meer dan 140 heterogeen samengestelde (hoofd)producten en diensten aan haar inwoners met ieder een eigen, vaak verticaal georganiseerde, informatiestroom. Met andere woorden de linkerhand weet soms niet wat de rechterhand doet terwijl we een organisatie zijn.

Hoog tijd om met datagedreven werken de horizontale verbanden aan te leggen. Niet alleen binnen de eigen organisatie maar zeker ook met andere publieke instellingen.

Denk bijvoorbeeld aan criminaliteitsbestrijding met politie, justitie, belastingdienst enz.

Bestuurlijk moet dat de komende jaren gefaciliteerd worden. De gemeenteraden horen daar in mee genomen te worden. Dit kan door aan de voorkant een handelingskader vast te stellen dat ook kan dienen als toetsingskader voor de controlerende taak van de raad.

Dit kader geeft de bestuurder en de organisatie de ruimte om de noodzakelijke stappen te maken.”


Tot slot

Omarm de politiek en geef de gemeenteraad zijn verantwoordelijkheid bij het organiseren van datagedreven werken. Vanuit de ambtelijke organisatie betekent dit toenadering zoeken tot de politiek, dit zorgt voor een gedegen en transparant beleid waar keuzes aan de voorkant door volksvertegenwoordigers worden gemaakt. Op deze manier geven we als betrouwbare en meest nabije overheid invulling aan het debat over ethisch verantwoord omgaan met de gegevens van onze inwoners.

Op welke manier de ambtelijke organisatie en de politiek samen beter kunnen optrekken in het vormgeven van democratisch datagedreven beleid leest u volgende maand meer.

Bronnen

Alle theoretische kennis in dit stuk heb ik te danken aan het Rhatenau Instituut vanuit de volgende bronnen:

De vertaling naar de praktijk heb ik kunnen maken door 25 jaar ervaring van Telengy-collega’s bij gemeenten en de gesprekken met en feedback van Linda van Duiven-Van Dijk, Jolanda Boer en Fons Naterop.

Meer weten?

Voor meer informatie over een van deze trajecten of over de inzet van onze adviseurs, kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

 

Uitbesteden van ontwikkelen en inrichten van sjablonen, het kan!

Lees het gehele artikel

Een onderdeel van de implementatie van de Omgevingswet is voor de meeste lokale overheden het inrichten van een nieuw VTH-systeem. De implementatie betekent veel werk voor de projectleiders en de functioneel beheerders:

  • Verschillende afdelingen van de organisatie moeten bijdragen leveren.
  • Koppelingen moeten gelegd worden met andere systemen.
  • Derden moeten wel/niet toegang krijgen en aangesloten worden.
  • Aansluiting op het DSO moet gerealiseerd worden.

Dit is nog maar een fractie van de werkzaamheden die de organisatie moet uitvoeren naast de reguliere werkzaamheden. In de praktijk zien we dat het helpt om losse onderdelen zorgeloos uit te kunnen besteden. Een afgekaderd project is het ontwikkelen en inrichten van sjablonen in het nieuwe VTH systeem.

Binnen Telengy hebben we een aanpak ontwikkeld waarbij een groep functioneel beheerders binnen enkele dagen alle sjablonen ontwikkelt en inricht. Dit pakken we op de volgende wijze aan:

Point of contact

De vraag van de organisatie komt binnen bij één functioneel coördinator, zij is het aanspreekpunt voor de organisatie. Zij heeft wekelijks een overleg met de verantwoordelijke functioneel beheerders en de afgevaardigde key-users van de sjablonen. Na het bestuderen van de sjablonen die op de rol staan om omgezet te worden zal het eerste overleg gaan over eisen en wensen van de inrichting. Vragen richten zich bijvoorbeeld op:

  • de beschikbare huisstijlen;
  • standaarden en terugkomende elementen;
  • wie mandaat heeft om te ondertekenen;
  • welke slimme oplossingen zijn wel of niet gewenst;
  • moet een matrix in een huidig sjabloon meegenomen worden of mag deze omgezet worden naar platte tekst;
  • welke meta-data beschikbaar is.

Prioriteren en samenvoegen

De functioneel coördinator neemt de antwoorden mee naar het functioneel beheerders team. De volgende stap is prioriteren en samenvoegen. In een workshop wordt gekeken waar de slimme oplossingen zitten, wat eerst kan en waar de organisatie zelf keuzes in kan maken.

Sprints

Kort cyclisch begint het team te bouwen. Wekelijks levert het team de sjablonen op die de functioneel coördinator als testversie wekelijks oplevert bij de opdrachtgevende organisatie (review sessie). De organisatie heeft een week om de sjablonen te testen, opmerkingen en wensen op te schrijven en het sjabloon te beoordelen. De volgende weekreview worden de op- en aanmerkingen in ontvangst genomen en de volgende set sjablonen opgeleverd

Nazorg

Na een maand zijn alle sjablonen ingericht in het systeem, het team begint er mee te werken en is tevreden, of niet?! Het helpt om realistisch te zijn, processen veranderen en de sjablonen moeten aangepast worden. Het is van belang dat de functioneel beheerder goed op de hoogte is op welke wijze de sjablonen zijn opgebouwd en aangepast kunnen worden. Dit kan op twee manieren:

  1. Een halve dag opleiding bij de oplevering van de sjablonen, waar de functioneel beheerder uitgebreid geïnstrueerd wordt over de sjablonen van de organisatie, de inrichting en aanpassingsmogelijkheden.
  2. Een andere mogelijkheid is om de maanden na de oplevering maandelijks een moment te plannen om de sjablonen aan te passen en vragen te beantwoorden.

Conclusie

Het inrichten van nieuwe VTH-systemen kost veel tijd van de eigen organisatie, veel van de taken kunnen niet zorgeloos worden ondergebracht bij een andere partij. Het ontwikkelen en inrichten van sjablonen wel! Met veel contactmomenten en één aanspreekpunt houdt u regie en zorgt u ervoor dat er niets ontwikkeld wordt wat niet past de organisatie.

Verhalen uit de praktijk?

Voor een verhaal uit de praktijk kunt u gerust contact opnnemen met functioneel coördinator Teuntje Brouns.

Meer weten?

Wilt u sjablonen laten ontwikkelen en inrichten voor uw organisatie, dan kunt u contact opnemen met onze commercieel manager Roel Ottens via telefoonnummer: 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

Praktijk en wetenschap data science ontmoeten elkaar

Lees het gehele artikel

Op vrijdag 20 november ontving Telengy zeven gedreven studenten van de master Data Science & Society van de Universiteit van Tilburg, dit natuurlijk digitaal. Op basis van het “competing on analytics” model van Davenport ging het gesprek over de wijze waarop datagedreven werken goed ingezet kan worden bij de lokale overheid. Na het toelichten van de verschillende praktijkvoorbeelden, de niveaus waarop organisaties kunnen acteren en een korte quiz om de kennis te bepalen van de studenten over de lokale overheid zijn we gestart we met een vraag uit de praktijk.

Praktijk naar Scenario’s

Aan ons allen de taak om in een gesprek te bepalen wat een realistisch ambitieniveau is voor een gemeente in 2, 5 en 10 jaar tijd. Hierin keken we naar:

  • Waarde en gebruik van data
  • Beschikbaarheid van data
  • Kwaliteit en betrouwbaarheid van data
  • Eigenaarschap van data
  • Kwaliteit & vaardigheden van de medewerkers

Daaropvolgend schetsten we verschillende scenario’s, waarin we beschreven welke rollen en/of functies belegd moesten worden, wat de meest voor de hand liggende techniek zou zijn die gebruikt wordt en welke werkwijze een gemeente zou moeten hanteren om  een domeinspecifieke of bedrijfsvoering vraagstukken zo goed mogelijk op te lossen.

Kloof tussen de praktijk en de wetenschap

In het gesprek kwam al snel naar voren dat het modelleren en optimaliseren van beleid door middel van data op korte termijn voor gemeenten nog niet haalbaar is. Het rapporteren, monitoren en voorspellen ligt al wel binnen bereik. Dit vraagt een serieuze investering vooral op het gebied van kennis die belegd moet zijn bij al bestaande functies, zoals bij applicatiebeheer en de privacy officer. Maar ook nieuwe functies moeten worden gecreëerd, zo wezen de studenten ons op het verschil tussen een data-analist en een data-scientist en dat beide rollen vertegenwoordigd moeten zijn om betrouwbare en bruikbare voorspellingen te doen. Tot slot kwamen ethische vraagstukken die opspelen bij het inzetten van datagedreven werken steeds weer boven tafel.

Nog niet uitgepraat…

De digitale verkenning duurde helaas maar twee uur. We zijn echter tot de conclusie gekomen dat we nog niet uitgesproken zijn en op korte termijn weer in gesprek zullen gaan met elkaar. Hiervoor willen we ook ruimte bieden aan andere partijen met specialistische kennis op het gebied van datagedreven werken en aan overheidsorganisaties met bepaalde vraagstukken die zij voor willen leggen aan een groep hele slimme en innovatieve studenten.

Meer weten?

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Roel Ottens via telefoonnummer 06 50 43 15 77 of via e-mail: r.ottens@telengy.nl.

Waarom de ‘intelligente lockdown’ mij zo effectief maakt

Lees het gehele artikel

Opeens zit ik thuis met een laptop en mijn mobiel. Alle deuren gaan dicht, maar thuis gaan alle kanalen open. Terwijl half Nederland minder kan werken, merk ik dat er een enorme efficiëntie slag plaatsvindt. Waar ik vroeger vaak 4 uren per dag in de auto zat naar verschillende klanten, speelt zich nu alles af in de tuin van mijn woning.

Effectief vergaderen

De vergadertips kennen we allemaal; stel een goede agenda op, benoem een procesbegeleider, benoem doelen van punten en bepaal in welke mate er besluiten over genomen moeten worden. Toch plannen we vaak een vergadering van 1 of meerdere uren. Nu ik thuiswerk wordt er vergaderd in 30 minuten, hoe komt dit toch?

  • Het vragen of het goed met iedereen gaat is digitaal minder uitgebreid. Korte antwoorden zijn vaak goed genoeg.
  • We wachten tot de ander uitgesproken is, door elkaar praten werkt gewoonweg niet.
  • De procesbegeleider krijgt een veel dominantere rol en kan de agenda beter bewaken.
  • Als iemand wordt gestoord, hoeft hij niet uit de ruimte weg te lopen, maar zet hij zijn geluid op stil.

Tijd voor het werk

Op kantoor wordt er steeds aandacht van je gevraagd; ‘wil je nog koffie, wie is de nieuwe buurman, heb jij vanmiddag nog een vergadering?’ Thuis kan de telefoon op niet storen zetten en e-mail uit. Zo maak ik eindelijk het werk volledig af, inclusief de normaal ophopende administratie.

E-mailen en administreren

Waar ik vroeger een vraag stelde aan mijn collega’s, stuur ik een nu een e-mail. Dit heeft zijn voordelen;

  • Mijn vraagstelling is beter geformuleerd en meer uitputtend.
  • De antwoorden staan gelijk geregistreerd en kan ik makkelijk hergebruiken in stukken.

Organiseren van werkzaamheden

Er ontstaat bij mij en mijn collega’s een betere organisatie van werkzaamheden. Er wordt zelfs ingelopen op de enorme to-do lijsten van mensen. Door het verminderen van de interpersoonlijke contacten worden taken sneller uitgevoerd.

Logistieke besparing

Ik sta op, douche en trek een comfortabele trui en spijkerbroek aan. Geen overhemden strijken, niet het baardje bijwerken en de schoenen even poetsen (bespaart op voorbereidingstijd 30 minuten). Daarna loop ik naar beneden, ontbijt en sla de laptop open (bespaart reistijd 90 minuten). Twee uren die ik nu aan directe werkzaamheden kan besteden.

Vitaal rondje lopen

Rond het kantoorpand ligt de snelweg en een saaie woonwijk. Niet een uitnodiging om in de middag een rondje te gaan lopen. Thuis woon ik in het mooie groen. Ik ren een uurtje of wandel met de hond. Daarna ga ik een stuk aangenamer en met meer energie aan het werk.

Conclusie

Eerlijk moet ik bekennen dat de laatste week de wasmachine wel meer draait en het stoepje goed geveegd is. Daarnaast mis ik de energie van mijn ondernemende collega’s die vaak mijn ideeën net iets helderder en scherper maken.

Conclusie; thuis werk ik effectief, maar ik heb jullie wel nodig collega’s!

Wat zijn volgens jou de voordelen?

Ondertussen in…

Lees het gehele artikel

Gemeenten hebben snel geanticipeerd op het thuiswerken en projecten worden weer opgepakt. Ook nieuwe projecten worden opgestart die ook vitaal zijn voor het thuiswerken.

Onze adviseur Frank Huijbregts start in de gemeente Gemert-Bakel met het aanbesteden en het implementeren van een ESB.

Naast de extra werkzaamheden in het sociaal domein blijft privacy daar een aandachtspunt. In de gemeente Asten gaan Wouter Le Febre en Femke de Vos aan de slag met dit onderwerp.

Tenslotte is het leuk om te melden dat er door het digitaal werken steeds meer behoefte is aan iCoaches. Ajmal gaat vanaf huis gebruikers ondersteunen bij de livegang van VTH-applicaties.

Ondertussen in…

Lees het gehele artikel

Nu zien we het belang van ons vakgebied informatievoorziening. Samen met klanten bekijken we de mogelijkheden voor thuiswerken. Alle andere ontwikkelingen liggen ook niet stil. Vooral op het gebied van de Omgevingswet blijven gemeenten goed doorzetten in deze nieuwe situatie.

Zo zijn Ajmal Khan Sayedi en Jorn Berentsen gestart bij twee opdrachtgevers; de Veiligheidsregio Hollands Midden en de gemeente Drimmelen met het inrichten van de nieuwe applicaties. Ook Ton de Wit begeleidt MijnGemeenteDichtbij richting 1 januari 2020. Peter ter Telgte ondersteunt gemeenten bij de aansluiting op het DSO vanuit VNG Realisatie.

Tenslotte ondersteunt Dirk Moree ArchiXL met  de implementatie van de Softwarecatalogus.

Ik wens u een productieve maand toe.

Ondertussen in…

Lees het gehele artikel

Nu we allemaal écht aan de slag zijn gegaan met de omgevingswet zien we dat ook terug in de opdrachten, maar ook andere ontwikkelingen zijn onder de aandacht zoals de transitie naar de cloud en het mogelijk gebruik van Common Ground.

Als voorbeeld start Frank Huijbregts voor de Werkorganisatie Duivenvoorde met het schrijven van een cloud-strategie. Dit om de nieuw aan te besteden ICT-infrastructuur onder te brengen in “de cloud”.

Belastingkantoor GBLT is een pilot gestart met het effectiever delen van gegevens. Common Ground zou hier een methode voor kunnen zijn. Als ICT-architect ontwikkelt Arjan Kloosterboer mee aan deze opgave.

Arno van Waesberghe en Dimphy Severijnen hebben zich nu ook definitief op het onderwerp Omgevingswet gestort. Arno gaat het komende jaar aan het werk als projectmanager DSO bij de gemeente Zeist. Dimphy is begonnen als functioneel beheerder VTH-applicatie bij de gemeente Eindhoven.

Ondertussen in…

Lees het gehele artikel

Een nieuw decennium. Na een ontspannen jaarwisseling is het aanpoten voor de Telengy-adviseurs. Er staan ontzettend veel nieuwe wetten klaar, innoveren is tegenwoordig meer een must dan een pré en dan verplaatst het werk zich ook nog meer naar de keten; hierdoor is samenwerken onoverkomelijk. Enkele bijzondere projecten van de komende tijd:

  • Ton de Wit blijft doorgaan met het uitvoeren van impactanalyses bij gemeenten om hen voor te bereiden op de Omgevingswet. Komende maand start er één bij de gemeente Kapelle.
  • Monique Verbeeten start een verkenning voor een vergadertool bij DSM Pension Services (DPS). Deze organisatie voert de pensioenregelingen uit van SPF en van Pensioenfonds DSM Nederland (PDN).
  • De samenwerking met de Veiligheidsregio Midden-West Brabant blijft nog even bestaan. Frank Huijbregts is voor de komende maanden verlengd als projectregisseur implementatie TIS.